●●●●○
DE HUISBEWAARDER
TONEELSCHUUR PRODUCTIES / PAUL KNIERIEM
Door RiRo, gezien 28 oktober 2017
The Caretaker, het toneelstuk dat Harold Pinter in1960 schreef, speelt zich af in een huis in West-Londen dat nodig opgeknapt moet worden. Drie mannen, alle drie op de een of andere manier psychisch beschadigd, komen daar in een spel van domineren of gedomineerd worden terecht. En alle drie ontlenen ze als ze te veel onder druk staan hun identiteit aan materiële zaken. Aston, die de zwerver Davies een slaapplaats aanbiedt, valt in zo'n geval terug op zijn schuur waar hij een werkplaats van wil maken. Bij de zwerver Davies zijn het schoenen. Want zonder goede schoenen kan hij niet naar Sitcup waar zijn papieren liggen. En Mick, de jongere broer van Aston, beroept zich er in dat geval op dat hij een busje heeft.
Wat hierboven staat is maar één van de vele invalshoeken om naar dit stuk te kijken, één van de vele betekenissen die je eruit kunt halen. En juist die veelheid aan betekenissen maakt The Caretaker van Harold Pinter tot het meesterwerk dat het is.
Lowie van Oers, die later in de voorstelling Mick zal spelen, komt op als verteller om de volledige regieaanwijzingen van Pinter over de inrichting van de kamer van Aston op te sommen. We weten dan dus meteen dat Marloes en Wikke (ik moet nog erg wennen aan alleen die voornamen*) zich daar weinig van hebben aangetrokken met dat plastic en die draadconstructie.
René van het Hof speelt de zwerver die een baan als huisbewaarder krijgt aangeboden en die probeert de twee broers die hem onderdak verlenen tegen elkaar uit te spelen. En hij speelt goed. Maar niet meer dan goed. Dat geldt ook voor Lowie van Oers als Mick, die zelfs even als een volleerde yogi op zijn hoofd gaat staan om de indruk dat hij stoer en sterk is te benadrukken.
Jan-Paul Buijs als Aston is wel meer dan goed. Door steeds heel zacht, maar toch goed verstaanbaar, te spreken benadrukt hij de kwetsbaarheid van zijn personage. Ook met zijn lichaamstaal, met de uiterst trage manier waarop hij in zijn zakken naar zijn aansteker zoekt bijvoorbeeld, doet hij dat. En dan in de slotscène, hoe Aston, ondanks de onzekere bewegingen die het gevolg zijn van zijn psychische handicap, voor zijn fysiek veel sterkere broer gaat staan om Davies de deur te wijzen. Heel overtuigend gespeeld! Het 'nee' dat hij, omdat het nu eenmaal in de tekst staat nog moet uitspreken, is door wat hij met die lichaamstaal uitdrukt eigenlijk niet eens meer nodig.
De acteurs spelen dus van alleen maar goed tot meer dan goed, al zullen de meningen daarover mogelijk verdeeld zijn. Maar dat het team dat verantwoordelijk is voor De Huisbewaarder een uitstekende prestatie heeft geleverd lijkt me buiten kijf staan. Want met de vertaling van Magne van den Berg, het decorontwerp van Marloes en Wikke, het geluidsontwerp van Wessel Schrik en, last but not least, de regie van Paul Knieriem is aan de sfeer en aan de rijkdom aan betekenissen van Pinter's De Huisbewaarder volledig recht gedaan.
Wat hierboven staat is maar één van de vele invalshoeken om naar dit stuk te kijken, één van de vele betekenissen die je eruit kunt halen. En juist die veelheid aan betekenissen maakt The Caretaker van Harold Pinter tot het meesterwerk dat het is.
Lowie van Oers, die later in de voorstelling Mick zal spelen, komt op als verteller om de volledige regieaanwijzingen van Pinter over de inrichting van de kamer van Aston op te sommen. We weten dan dus meteen dat Marloes en Wikke (ik moet nog erg wennen aan alleen die voornamen*) zich daar weinig van hebben aangetrokken met dat plastic en die draadconstructie.
René van het Hof speelt de zwerver die een baan als huisbewaarder krijgt aangeboden en die probeert de twee broers die hem onderdak verlenen tegen elkaar uit te spelen. En hij speelt goed. Maar niet meer dan goed. Dat geldt ook voor Lowie van Oers als Mick, die zelfs even als een volleerde yogi op zijn hoofd gaat staan om de indruk dat hij stoer en sterk is te benadrukken.
Jan-Paul Buijs als Aston is wel meer dan goed. Door steeds heel zacht, maar toch goed verstaanbaar, te spreken benadrukt hij de kwetsbaarheid van zijn personage. Ook met zijn lichaamstaal, met de uiterst trage manier waarop hij in zijn zakken naar zijn aansteker zoekt bijvoorbeeld, doet hij dat. En dan in de slotscène, hoe Aston, ondanks de onzekere bewegingen die het gevolg zijn van zijn psychische handicap, voor zijn fysiek veel sterkere broer gaat staan om Davies de deur te wijzen. Heel overtuigend gespeeld! Het 'nee' dat hij, omdat het nu eenmaal in de tekst staat nog moet uitspreken, is door wat hij met die lichaamstaal uitdrukt eigenlijk niet eens meer nodig.
De acteurs spelen dus van alleen maar goed tot meer dan goed, al zullen de meningen daarover mogelijk verdeeld zijn. Maar dat het team dat verantwoordelijk is voor De Huisbewaarder een uitstekende prestatie heeft geleverd lijkt me buiten kijf staan. Want met de vertaling van Magne van den Berg, het decorontwerp van Marloes en Wikke, het geluidsontwerp van Wessel Schrik en, last but not least, de regie van Paul Knieriem is aan de sfeer en aan de rijkdom aan betekenissen van Pinter's De Huisbewaarder volledig recht gedaan.
* Bij vorige voorstellingen waarbij ze als decorontwerpers waren betrokken, bijvoorbeeld bij Troje Trilogie, ook in de regie van Paul Knieriem, stonden ze steeds vermeld als Wikke van Houwelingen en Marloes van der Hoek. Ze laten nu dus niet alleen hun achternamen achterwege, ook de volgorde is veranderd. Het was tot nu toe eerst hij en dan zij, nu is het dus eerst zij en dan hij geworden.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties
Geen opmerkingen:
Een reactie posten