●●●●○
DE AANKOMST VAN DE TITANIC (EN ANDERE HELDENDICHTEN)
FREEK VIELEN / DE NWE TIJD & DE NIEUWE OOST
Door RiRo, gezien 29 november 2017
Dat Freek Vielen een begenadigd verhalenverteller is, wisten we al. Bijvoorbeeld van zijn voorstelling So it goes. Maar toen vertelde hij het verhaal van een ander, van Kurt Vonnegut. Nu Vielen met de door hemzelf geschreven monoloog De aankomst van de Titanic (en andere heldendichten) op de planken staat, blijkt deze woordkunstenaar niet alleen een goed verteller te zijn, maar inmiddels ook een hele goede schrijver.
Boven de verteller hangen één armoedig peertje en vijf potsierlijke kroonluchters. Op de houten planken een gewicht met daaraan een zwart touw. Links vooraan op een klein tafeltje een platenspeler met een langspeelplaat, een speaker op de grond ernaast. In een hoek een grote kist, met zo blijkt later een muziekinstrument erin. Achter de verteller, die in het wit en gebroken wit is gekleed, hangt een vaalrode doek, waarin je met enige fantasie een zonsopkomst zou kunnen zien.
Na een inleiding waarin hij teruggaat naar zijn jeugd, naar toen hij als negenjarige wakker wilde blijven om het onweer te zien, begint Vielen aan de drieëndertig heldendichten die hij zo geraffineerd in elkaar vlecht dat ze, zonder dat hij dat benadrukt of expliciet maakt, toch samen het verhaal vertellen van Europa.
Anderhalf uur is Vielen aan het woord. En daarvan heb ik geen enkel woord gemist. Geen seconde zijn mijn gedachten afgedwaald. Vanaf het begin lukt het Vielen om me mee te nemen, en steeds zie ik voor me wat hij beschrijft. Vanaf hoe in het eerste heldendicht negen theaterauteurs uit negen verschillende Europese landen in een klooster op Sicilië hun pasta met courgette eten.
En ik blijf voor me zien wat hij beschrijft tot aan het allerlaatste woord van het drieëndertigste en laatste heldendicht aan toe. Het heldendicht waarin een schip de haven van het dorpje Sperino binnenvaart. Niet het cruiseschip met de 6000 passagiers waarop de dorpelingen al dagen wachten, en waarvoor de negenjarige Ricardo zo graag wakker wilde blijven. Maar een oude vissersboot met 62 opvarenden.
Ik zie voor me hoe de opvarenden van de oude lekke vissersboot worden gered en opgevangen in het dorp waar overal vlaggen hangen met 'Welkom'. Waar Nonna honderden flesjes limoencello klaar heeft staan om aan de toeristen die met het Cruiseschip zouden komen te verkopen. En waar Marco, de saxofonist, tijdens de reddingsoperatie gewoon door blijft spelen.
Is het de verdienste van de verteller Freek Vielen dat mijn gedachten tijdens De aankomst van de Titanic (en andere heldendichten) op geen enkel moment afdwalen? Voor een deel natuurlijk wel. Maar het is zeker ook de verdienste van de schrijver Freek Vielen. Want De aankomst van de Titanic (en andere heldendichten) is een jaloersmakend goed geschreven, inhoudelijk heel rijke monoloog, waarin Vielen in drieëndertig korte, stuk voor stuk boeiende hoofdstukken op een onnadrukkelijke, heel natuurlijke manier het verhaal vertelt van het Europa van nu.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: de Nwe Tijd
Boven de verteller hangen één armoedig peertje en vijf potsierlijke kroonluchters. Op de houten planken een gewicht met daaraan een zwart touw. Links vooraan op een klein tafeltje een platenspeler met een langspeelplaat, een speaker op de grond ernaast. In een hoek een grote kist, met zo blijkt later een muziekinstrument erin. Achter de verteller, die in het wit en gebroken wit is gekleed, hangt een vaalrode doek, waarin je met enige fantasie een zonsopkomst zou kunnen zien.
Na een inleiding waarin hij teruggaat naar zijn jeugd, naar toen hij als negenjarige wakker wilde blijven om het onweer te zien, begint Vielen aan de drieëndertig heldendichten die hij zo geraffineerd in elkaar vlecht dat ze, zonder dat hij dat benadrukt of expliciet maakt, toch samen het verhaal vertellen van Europa.
Anderhalf uur is Vielen aan het woord. En daarvan heb ik geen enkel woord gemist. Geen seconde zijn mijn gedachten afgedwaald. Vanaf het begin lukt het Vielen om me mee te nemen, en steeds zie ik voor me wat hij beschrijft. Vanaf hoe in het eerste heldendicht negen theaterauteurs uit negen verschillende Europese landen in een klooster op Sicilië hun pasta met courgette eten.
En ik blijf voor me zien wat hij beschrijft tot aan het allerlaatste woord van het drieëndertigste en laatste heldendicht aan toe. Het heldendicht waarin een schip de haven van het dorpje Sperino binnenvaart. Niet het cruiseschip met de 6000 passagiers waarop de dorpelingen al dagen wachten, en waarvoor de negenjarige Ricardo zo graag wakker wilde blijven. Maar een oude vissersboot met 62 opvarenden.
Ik zie voor me hoe de opvarenden van de oude lekke vissersboot worden gered en opgevangen in het dorp waar overal vlaggen hangen met 'Welkom'. Waar Nonna honderden flesjes limoencello klaar heeft staan om aan de toeristen die met het Cruiseschip zouden komen te verkopen. En waar Marco, de saxofonist, tijdens de reddingsoperatie gewoon door blijft spelen.
Is het de verdienste van de verteller Freek Vielen dat mijn gedachten tijdens De aankomst van de Titanic (en andere heldendichten) op geen enkel moment afdwalen? Voor een deel natuurlijk wel. Maar het is zeker ook de verdienste van de schrijver Freek Vielen. Want De aankomst van de Titanic (en andere heldendichten) is een jaloersmakend goed geschreven, inhoudelijk heel rijke monoloog, waarin Vielen in drieëndertig korte, stuk voor stuk boeiende hoofdstukken op een onnadrukkelijke, heel natuurlijke manier het verhaal vertelt van het Europa van nu.