ONS GEIL IS DE ASEM VAN GOD
SOLO TEN OORLOG VAN TOM LANOYE / BEHOUD DE BEGEERTE
Door RiRo, geplaatst 15 oktober 2017
Tom Lanoye is schrijver, geen acteur.
Maar hij heeft én de flair én de durf om schaamteloos te zijn. En natuurlijk heel wat ervaring met het op een podium voorlezen uit eigen werk. Maar zijn voorstelling Solo Ten Oorlog is meer dan voorlezen. Lanoye gooit zich er helemaal in. Bij de ooit door hemzelf geschreven regieaanwijzing 'feest en lol' danst hij zelfs het hele podium rond. Met veel kontgedraai en heupgezwaai. 'Hadden jullie niet gedacht hè!', brengt hij nog net uit, voordat hij minutenlang staat uit te hijgen.
Tom Lanoye is schrijver, geen acteur.
Hij bereidt zich ook niet voor als een acteur. Als het publiek in de Stadsschouwburg Amsterdam op maandagavond 9 oktober op weg is naar de zaal, loopt hij - zendertje al in zijn kontzak, microfoontje al op zijn wang - in tegengestelde richting, speurend naar bekenden. In de gang en op de trappen vindt hij blijkbaar niet iedereen die hij zoekt. Want als we uiteindelijk allemaal zitten, komt hij door een zijdeur de zaal in. Onder het roepen van 'Hé Vic!' wurmt hij zich langs vier, vijf anderen in rij zes om de voormalige spits van het tweede van WVHEDW te gaan omhelzen.*
Tom Lanoye is schrijver.
Schrijver van onder andere het twaalf uur durende legendarische stuk Ten Oorlog dat twintig jaar geleden in de regie van Luk Perceval in première ging. Els Dottermans liep bij een repetitie eens weg, vertelt Lanoye, en riep toen kwaad 'Lanoye, voortaan speelt ge uw stukken maar zelf!' Et voila, daar staat hij dan. In zijn eentje in de schouwburg. Twintig jaar later weliswaar. Maar toch.
Tom Lanoye en het schrijverke.**
'Gecomprimeerde betekenis met ritmiek', zo definieert Lanoye poëzie. Dat demonstreert hij vervolgens aan de hand van de vijfvoetige jambe 'tadá tadá tadá tadá tadá' en maakt daar dan ritmische heupbewegingen bij. Wat later vervormt hij Het Schrijverke van Guido Gezelle, 'priester, dichter en knapenschender', tot Het Stijveke, een gedicht waarin een man zijn hand laat glijden in het bad waarin een andere man ligt:
O krinklende winklende waterding,
Met 't zwarte kabotseken aan,
Wat zien ik toch geren uw kopke flink
Al stijf in het waterke staan!
(...)
Ik heb de tekst van Ten Oorlog niet bij de hand, de voorstelling toen ook niet gezien. Dus hoeveel van die seksueel getinte versregels daarin staan, kan ik niet controleren. Maar in Solo Ten Oorlog spuit het alle kanten op. 'Ons geil is de asem van god!', zegt Lanoye. Dat zal dan wel. Ik ben goddeloos, ik heb daar geen verstand van.
* Vic van de Reijt, uitgever en publicist
** Een schrijverke is een waterkevertje
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Behoud de Begeerte
Geen opmerkingen:
Een reactie posten