Recensie: The Head & The Load van William Kentridge, Philip Miller, Thuthuka Sibisi, Gregory Maqoma

 

●●●●○

 

THE HEAD & THE LOAD

 

WILLIAM KENTRIDGE, PHILIP MILLER, THUTHUKA SIBISI, GREGORY MAQOMA




Door Piet van Kampen, gezien 29 mei 2019

Hoofdthema van The Head & The Load van William Kentridge is de tragedie van de anderhalf à twee miljoen Afrikaanse 'carriers' (dragers) tijdens de Eerste Wereldoorlog. Die dragers uit verschillende Afrikaanse landen, die vaak onder dwang werkten voor de koloniale legers van de Britten, Fransen en Duitsers in Afrika, stierven massaal door uitputting en ziektes. Een Europese officier in de voorstelling (gespeeld door Xolani Dlamini): “They are not men because they have no name. They are not soldiers because they have no number. You don’t call them, you count them.”

Een tweede thema is de dialoog tussen twee muzikale werelden van in en vlak na de Eerste Wereldoorlog. Met aan de ene kant onder meer composities van Hindemith en Schönberg en aan de andere kant de klankwereld van de Afrikaanse zang en koormuziek. Met het klankgedicht Ursonate van Kurt Schwitters wordt ook een link gelegd met het dadaïsme. Een link die ook op allerlei manieren terug te zien is in de beeldtaal van de voorstelling.

The Head & The Load is een overvolle voorstelling. Op een podium van zo'n vijftig meter breed brengt Kentridge het tragische verhaal over de Afrikaanse dragers in WO I met alle denkbare theatrale middelen. Ik tel alleen al zo'n veertig acteurs, danser, zangers en musici. En dan is er ook nog regelmatig film en schaduwspel te zien op het achterdoek.

Al snel merk ik dat het onmogelijk is om alles wat er op het podium gebeurt te volgen. Er gebeurt doodgewoon teveel tegelijk. Omdat de muziek me meteen vanaf het begin fascineert, besluit ik om me daar ieder geval zo goed mogelijk op te concentreren. En dan maar zien of ik ook nog wat van de overweldigende visuele indrukken kan opslaan, en wat van de tekst kan onthouden.

Ondanks het feit dat ik me vooral op de muziek (en op de andere geluiden) focus, zijn me toch allerlei kleine visuele details bijgebleven. De sjerp in de kleuren van Ghanese vlag bij tenor N'Faly Kouyate bijvoorbeeld. En de drie kleine kwastjes in dezelfde kleuren rood, geel en groen op de koto, die hij, als hij er niet op speelt, als een vuurwapen voor zich houdt. Of de kunstig gevouwen bruine papieren zak op het hoofd van sopraan Ann Masina, die me doet denken aan de plastic zak op het hoofd van Paula, de dochter van fotograaf Hendrik Kerstens.

Maar de meeste indruk op me maakt de speciaal voor The Head & The Load gecomponeerde muziek van Philip Miller en Thuthuka Sibisi (die ook als dirigent op het podium staat). Wat die twee ons op muzikaal gebied laten beleven, is vanaf de eerste gezongen sirenegeluiden voortdurend verrassend. Hoe Ann Masina Je Te Veux van Satie bijvoorbeeld over laat gaan in een roep om onafhankelijkheid. Of hoe het koor God Save The King in een koraal verandert en een violiste met een vioolsonate van Fritz Kreisler wordt weggeblazen door een oorlogslied in het Zoeloe.

Met The Head & The Load opent het Holland Festival met muziektheater van vooral visueel en muzikaal hoog niveau, met een voorstelling die op een boeiende (maar wel iets te overdadige) manier het 'vergeten verhaal' van de tragiek van de Afrikaanse 'carriers' in WO I onder onze aandacht brengt.

Gezien op het HOLLAND FESTIVAL
 

Recensie: ALL. van Lisa Verbelen / BOG. collectie en Het Zuidelijk Toneel

 

●●●●○

 

ALL.

 

LISA VERBELEN / BOG. COLLECTIE EN HET ZUIDELIJK TONEEL




Door Piet van Kampen, gezien 27 mei 2019

Op de enorme speelvloer van de grote zaal van de Brakke Grond in Amsterdam staat een klein platform waarop Lisa Verbelen haar solovoorstelling ALL. creëert. Dat contrast met die grote vloer maakt dat die performer daar in haar eentje op dat platform meteen al iets kwetsbaars krijgt.*

In ALL. onderzoekt Lisa Verbelen hoe muziek, taal en beeld elkaar beïnvloeden. Door klank, beeld en woorden te combineren zoekt ze naar manieren om de muzikaliteit van taal te tonen, en om ons muziek als taal te laten horen. Ze wil laten zien hoe muziek, taal (en decor) samen een compositie kunnen vormen.

Op de vierkante vloer van haar kleine platform verschuift Verbelen op kaartjes geschreven woorden. Steeds verplaatst ze met een vinger zo'n kaartje waardoor steeds nieuwe woordcombinaties ontstaan. Die dan worden geprojecteerd op een cirkelvormig scherm. Eerst onderzoekt Verbelen op deze manier de relatie tussen YOU en THE WORLD. Dan de relatie tussen NOW en PAST, die tussen NOW en FUTURE, en tenslotte die tussen YOU en YOU.

Na elk semantisch onderzoek met die op kaartjes geschreven woorden, zingt Verbelen uitsluitend uit klanken bestaande muziek. Het is fascinerend om mee te maken hoe ze dat aspect van haar voorstelling stap voor stap opbouwt. Hoe ze beat op beat stapelt, en stem op stem op stem. Hoe ze eerst eenstemmig, dan tweestemmig, en tenslotte driestemmig zingt. Met maar een beperkt aantal klanken creëert ze op die manier een steeds complexere en steeds boeiendere compositie. En omdat de klanken die ze gebruikt geen woorden zijn, worden die klankcombinaties met elke volgende stap zelf een steeds betekenisvollere taal.

Voor de slotmonoloog komt het platform met Verbelen tot vlak voor de eerste rij. Terwijl ze aan het slot van haar vorige solovoorstelling ONE. met haar cover van Who Knows Where The Time Goes nog geleende woorden gebruikte, doet ze dat deze keer bij ALL. niet. Deze keer zijn het haar eigen woorden. Nu schreef ze zelf haar slottekst. En wat voor tekst! De slotmonoloog van ALL. doet me denken aan de poëzie van Charles Bukowski. Niet alleen door de poëtische vorm, ook door de inhoudelijke kracht ervan.

Lisa Verbelen slaagt erin om me in ALL. mee te nemen in een steeds geraffineerdere compositie waarin taal muziek wordt. En waarin muziek taal wordt. Om me aan het eind van haar voorstelling als 'spoken word artist' ook nog eens te overdonderen met haar krachtige poëzie. 


* Omdat Verbelen in het decor geen achterdoek en geen zijwanden gebruikt, zal het scènebeeld in elke zaal anders zijn. In een zaal met een klein vloeroppervlak zal het kleine speelplatform waarschijnlijk een ander effect hebben dan hier in de enorme ruimte van de grote zaal van de Brakke Grond.
Ga voor de speellijst of en voor meer informatie naar: BOG. collectie of Het Zuidelijk Toneel

Recensie: De wereld volgens John van Het Nationale Theater / Eric de Vroedt

 

●●●○○

 

DE WERELD VOLGENS JOHN


HET NATIONALE THEATER / ERIC DE VROEDT

 

Door Piet van Kampen, gezien 13 mei 2019

In een radiostudio presenteert John Landschot (Bram Coopmans) zijn talkradioprogramma De wereld volgens John, als het koor in een Griekse tragedie levert de populistische John commentaar op het lokale Haagse nieuws. En het belangrijkste Haagse nieuws van de dag is dat over Jan K. uit de arbeiderswijk Duindorp.
 

Zoals in Eugene O’Neills The Hairy Ape (1922) - waarop de voorstelling losjes is gebaseerd - de stoere stoker Yank uit zijn evenwicht raakt als een mooie jonge vrouw van het eersteklasdek naar het benedendek komt, zo raakt Jan K. van slag als de jonge Gooise journaliste Kim (Whitney Sawyer) naar zijn Haagse arbeidersbuurt komt omdat ze van hem het verhaal over het vreugdevuur wil horen.

Schrijver Joeri Vos heeft het personage Jan K. met uiterste zorgvuldigheid geschetst, hij laat in zijn tekst de onmacht en de kwetsbaarheid van Jan K. steeds met kleine stapjes toenemen. Regisseur Eric de Vroedt heeft op zijn beurt de tijd genomen om ons zorgvuldig alle krenkingen en alle pech te laten zien die geleid hebben tot Jan K's dramatische besluit om zich in te laten sluiten in het apenverblijf van Blijdorp.

Behalve de drie volwaardige personages John Landschot, journaliste Kim en vooral Jan K. lopen er in De wereld volgens John ook minder zorgvuldig uitgewerkte personages rond. Het lijkt erop dat zowel Vos als De Vroedt na het met kleine penseeltjes tot in detail schilderen van de psychologische ontwikkeling van Jan K. in tijdnood zijn gekomen. En dat ze toen maar de grootste kwast en de dikste verfroller ter hand hebben genomen om die bijrollen er nog snel even bij te zetten.

Des te opmerkelijker is de enorme prestatie van Joris Smit, die de groeiende onmacht van Jan K. met een perfecte combinatie van stoerheid en kwetsbaarheid neerzet. Schrijf Joris Smit voor zijn rol in De wereld volgens John maar vast op voor het lijstje van de Louis d'Or.


Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Het Nationale Theater

Recensie: De Verschrikkelijke Wittgenstein van Bellevue Lunchtheater / Roeland Hofman

●●●○○

 

DE VERSCHRIKKELIJKE WITTGENSTEIN

 

BELLEVUE LUNCHTHEATER / ROELAND HOFMAN




Door Piet van Kampen, gezien 5 mei 2019 

'Je moet niet een geladen geweer op het podium neerzetten als dat niet in het laatste bedrijf afgaat’, schreef Tsjechov ooit in een brief aan een beginnende toneelschrijver.
 

Een salontafel met drie ranke goudkleurige pauwen als ondersteuning. Op een ander tafeltje een vaas met pauwenveren. De symboliek lijkt duidelijk: we kijken naar de weelderige salon van een rijke familie. De voorstelling begint: een witgehandschoende butler stoft met een plumeau de tafeltjes en de pauwenveren af. De uitdrukking 'De butler heeft het gedaan' schiet meteen door mijn hoofd; een ongeschreven wet die zegt dat in whodunits een respectabel iemand als een butler het juist nooit gedaan kan hebben. Is wat we gaan zien in De Verschrikkelijke Wittgenstein een whodunit?

De pianist Paul Wittgenstein verloor in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm. Hij kwam gelukkig uit een rijke Weense familie en kon zich dus permitteren om Ravel en andere componisten pianostukken voor alleen de linkerhand te laten schrijven. Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, vluchtte de eenarmige pianist naar New York. Tot zover de feiten. Tekstschrijver (en regisseur) Roeland Hofman laat zijn fantasie de vrije loop over wat Paul Wittgenstein in 1951 meegemaakt zou kunnen hebben als 64-jarige pianoleraar van een 12-jarige tweeling uit een rijk Amerikaanse gezin.

Terwijl Wittgenstein de beleefde omgangsvormen uit zijn Weense jeugd nog steeds koestert, en zich ook nog steeds uitdrukt in nauwkeurig gecomponeerde volzinnen, slaan zijn verwende leerlingen Charlie en Matilda heel andere taal uit. In korte oneliners zetten de twee kinderen zich tegen Wittgenstein af. Om verlost te zijn van de vingeroefeningen die Wittgenstein hen opdraagt, smeedt de tweeling zelfs een plan om definitief van hun pianoleraar af te komen. De butler. Daar is hij weer. De butler biedt beide partijen een luisterend oor. En geraffineerde adviezen.

Als tekstschrijver zorgde Roeland Hofman met De Verschrikkelijke Wittgenstein voor een vernuftig opgebouwde en verrassende komedie. Met een verhaal waarin op egoïsme gebaseerde motieven (van de tweeling) en verheven waarden (van de pianoleraar) met elkaar conflicteren. Terwijl bij het acteren van Martijn Nieuwerf (als Paul Wittgenstein) en Tobias Nierop (als butler Stiglitz) het komische vooral zit in onderkoeld spel, laat Roeland Hofland, als regisseur, Isabelle Houdtzagers en Billy de Walle (de tweeling Matilda en Charlie) als contrast juist karikaturen van hun personages maken.

Dat laatste leidt ertoe dat wat Houdtzagers en De Walle na hun eerste scène laten zien nogal voorspelbaar is geworden. Jammer. Desondanks is De Verschrikkelijke Wittgenstein een onderhoudende en komische voorstelling. Wat - behalve aan de goede tekst - vooral te danken is aan Tobias Nierop en Martijn Nieuwerf. De eerste valt (als in eerste instantie alleen maar luisterende butler) meteen al op door zijn subtiele stille spel. En niet veel later laat ook Martijn Nieuwerf zien wat goed komediespelen inhoudt, dat het een vak is waarbij subtiliteit en een perfecte timing essentieel zijn.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Bellevue Lunchtheater