Recensie: De koning sterft van Toneelschuur Producties / Olivier Diepenhorst

●●●●○

 

DE KONING STERFT

 

TONEELSCHUUR PRODUCTIES / OLIVIER DIEPENHORST




Door Piet van Kampen, gezien 24 januari 2019 

Je zou Le Roi se meurt, het stuk uit 1962 dat Eugène Ionesco (1909-1994) schreef toen hij ernstig ziek was, een handleiding voor het sterven kunnen noemen. In een interview erover zegt hij: 'We zouden elkaar moeten kunnen helpen sterven. Het lijkt mij onze belangrijkste opdracht, aangezien we allemaal stervenden zijn die weigeren te sterven. Dit stuk is een poging tot een les in sterven.'

De koning sterft van Toneelschuur Producties / Olivier Diepenhorst wordt gespeeld op en rond veertien door Marc Warning ontworpen houten traptreden. Veertien stoffige treden zijn er voor de koning nog te gaan. Want over anderhalf uur, aan het eind van de voorstelling, zal de koning dood zijn. Koningin Marie, zijn tweede echtgenote, heeft moeite dat te aanvaarden: 'Zeg het hem voorzichtig, alstublieft. Neem er alle tijd voor.' Maar Koningin Marguerite, zijn eerste echtgenote, is resoluut: 'We hebben geen tijd om er tijd voor te nemen.'

Regisseur Diepenhorst kiest ervoor om Ionesco's stuk niet met zes maar met vier acteurs te spelen: Abke Haring is de koning, Krisjan Schellingerhout en Imke Smit zijn de koninginnen, en Jip van den Dool de wachter. Door het weglaten van de bijrollen focust Diepenhorst vooral op het absurde in enge zin: op het feit dat sterven inherent is aan het leven, en dat het van wijsheid getuigt je daar elke dag rekenschap van te geven. 'De eerste dag vijf minuten', zoals koningin Marguerite aanraadt, 'de tweede tien', enzovoorts.

In de recente regies van Diepenhorst neemt muziek een belangrijke plaats in. Ook nu, in De koning sterft, is dat zo. De acteurs gebruiken in de loop van de voorstelling een grote gong als muziekinstrument. Jip van den Dool - die samen met Pim van den Heuvel verantwoordelijk is voor de composities - tovert daarnaast ook nog muziek uit onder meer een drumcomputer en twee synthesizers. De voor een groot deel live gecreëerde soundscape speelt in De koning sterft een wezenlijke rol.

In zijn rol als wachter heeft Van den Dool minder kans om uit te blinken. Hetzelfde geldt voor Imke Smit als de naïeve tweede echtgenote van de koning die 'alleen maar kan lachen en huilen'. Uitblinken kan Abke Haring als koning natuurlijk wel. En dat doet ze. Met een bleek gezicht en wankele bewegingen zet ze de stervende koning op een fenomenale manier neer. Door een veranderende manier van praten en met haar lichaamstaal laat ze de opeenvolgende fases op weg naar het einde zien: van ontkenning, via boosheid, angst en onmacht, tot de uiteindelijke acceptatie.

Ook Krisjan Schellingerhout als de liefdevolle, maar noodzakelijkerwijs strenge, koningin Marguerite schittert. Met zijn subtiele stille spel laat hij zien wat er in iemand omgaat die de taak heeft een stervende naar die acceptatie te leiden. In het aangrijpende slotdeel zorgt hij, ondersteund door de indringende klanken die Van den Dool laat horen, samen met Haring voor een onvergetelijke apotheose.

Olivier Diepenhorst heeft een voorkeur voor klassieke stukken met mooie taal, die hij dan in een sobere regie op de planken zet. Dat heeft eerder al tot heel goede voorstellingen geleid als Smekelingen of Het leven is droom. Ook met zijn regie van De koning sterft laat Diepenhorst weer zien dat hij een van de meest veelbelovende Nederlandse regisseurs is. 


Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties

Minirecensie: Lenin van Schaubühne am Lehninerplatz / Milo Rau

●○○○○


LENIN


SCHAUBUEHNE AM LEHNINER PLATZ / MILO RAU




Door Piet van Kampen, gezien 25 januari 2019

Wat een verspilling!

Tien acteurs, twee kinderen, twee cameramensen, twee grimeurs. En dan ook nog eens die trailers met decors en rekwisieten.

Van Berlijn naar Amsterdam. En een paar dagen later weer terug naar Berlijn.

Milo Rau's hyperrealistische re-enactment van de laatste uren van Wladimir Iljitsch Uljanov, beter bekend als Lenin, is door het voortdurend draaien van de krakende speelvloer alleen op de door twee cameramensen live gefilmde beelden op het scherm boven de spelvloer te volgen. Denk Katie Mitchel. En dan tien keer zo irritant.
 

Het zou dus hebben volstaan die film op te sturen?

Als die film niet zo ongelooflijk saai zou zijn wel.

Want hoewel er goed wordt geacteerd, is wat Rau inhoudelijk te melden heeft volkomen plat. En wat vorm betreft honderd procent kitsch.

Of zou Rau het hebben bedoeld als parodie?

Maar dan nog.

Blijft het kitsch.


Gezien tijdens BRANDHAARDEN 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Schaubühne am Lehniner Platz

Recensie: Kuzikiliza van Pitcho Womba Konga / KVS

●●●○○

 

KUZIKILIZA

 

PITCHO WOMBA KONGA / KVS



Door Piet van Kampen, gezien 21 januari 2019 

Voor de Brusselse rapper, producer en acteur Pitcho Womba Konga is Kuzikiliza de eerste theatervoorstelling die hij zelf schreef en regisseerde. Met Kuzikiliza, wat 'zich laten horen' is in het Swahili, neemt Wombo Konga, die sinds zijn zesde in België woont, maar afkomstig is uit Congo, het dekolonisatieproces van Belgisch Congo onder de loep.

De voorstelling begint met het laten zien van het white privilege en het racisme van nu. Een auditie: een overduidelijk blanke kandidaat stelt zich voor als Joseph Boemaskanga. Als 'regisseur' Womba Konga doorvraagt, bekent de kandidaat snel dat hij eigenlijk Joost Maaskant heet. Maar dat hij, omdat er in de oproep iets stond over Afrika, een andere naam koos om meer kans te maken.

Maaskant speelt vervolgens de postkoloniale blanke die zegt aan de kant van de zwarte Womba Konga te staan. Maar die het ondertussen niet kan laten om racistische moppen te vertellen. Beledigingen die Womba Konga, vooruitlopend op wat later in de voorstelling aan de orde komt, gelaten laat passeren.

Joost Maaskant is niet alleen acteur maar ook vocaal artiest/beatboxer. Met behalve zichzelf als rapper en acteur, Maaskant als acteur en muzikant,
en ook nog breakdancer Karim Kalonji op het podium, heeft Womba Konga de mogelijkheid heel verschillende theatrale vormen in te zetten. En daarvan maakt hij ruimschoots gebruik.

In het tweede deel van de voorstelling gaan we naar de periode rond de totstandkoming van de onafhankelijkheid van Congo. Het grote drama van Belgisch Congo van toen en van het onafhankelijke Congo van nu komt daarin krachtig naar voren in het simpel opsommen van de miljoenen afgehakte handen, verkrachtingen en moorden per delfstof.

Maar het gaat vooral over de rol van Patrice Lumumba. In omgekeerde volgorde. Want eerst wordt de moord op Lumumba in januari 1961 verbeeld. Vervolgens steken Kalonji en Womba Konga zich in Europese kostuums, schminken ze hun gezichten wit, en nemen ze de gebaren van de blanke Maaskant over. Om daarmee de 'Congolais evolué' te verbeelden die Lumumba was voordat hij het voortouw nam in de strijd voor de onafhankelijkheid.

Lumumba's ideeën worden getoond in prachtige scènes, zoals die waarin danser Kalonji elke keer als hij er een uittrekt eronder weer een zwart T-shirt met een tekst erop blijkt aan te hebben. Of die waarin hij met zijn voet een plank op de speelvloer aanwijst waarop Maaskant dan aan de onderkant een tekst vindt.


Uiteindelijk werkt Pitcho Womba Konga toe naar een bijzondere versie van het slot van de speech die Patrice Lumumba hield op 13 juni 1960 tijdens de onafhankelijkheidsceremonie in wat toen nog Léopoldville heette: een versie van die toespraak in gebarentaal. Terwijl we luisteren naar de stem van Lumumba zelf. Heel indrukwekkend.

In Kuzikiliza vertelt Womba Konga zijn verhaal met verrassende theatermiddelen: behalve met tekst en spel vooral met live muziek, breakdance en bewegingstheater. En hoewel Kuzikiliza inhoudelijk niet heel veel toevoegt aan het discours over dekolonisatie, is het debuut van
Pitcho Womba Konga als theatermaker daardoor toch een heel boeiende voorstelling geworden.
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: KVS

Recensie: L'Amour Duras van Maatschappij Discordia

●●○○○

 

L'AMOUR DURAS


MAATSCHAPPIJ DISCORDIA




Door Piet van Kampen, gezien 12 januari 2019

'Als je, voordat je eraan begint, voordat je gaat schrijven, enig idee had van wat je gaat schrijven, zou je nooit schrijven. Schrijven is proberen te weten te komen wat je zou schrijven als je schreef. Je weet het pas na afloop, van tevoren is het de gevaarlijkste vraag die je kunt stellen. Maar het is ook de meest gangbare. En je ontkomt er ook niet aan.'

De alinea hierboven (een tekstfragment dat ik heb onthouden van de voorstelling) is het eerste wat ik van Marguerite Duras lees. Tot nu toe - om nauwkeuriger te zijn tot het moment dat nu net voorbij is - had ik nog nooit iets van Duras gelezen.

Elk nadeel heb z'n voordeel, zoals de beroemde sententiedichter uit Betondorp al zei. Ik beleef de voorstelling L'Amour Duras puur, dus zonder dat ik wat de drie actrices (Margijn Bosch,
Annette Kouwenhoven en Miranda Prein) erin zeggen voortdurend kan vergelijken met de romans van Duras.

L'Amour Duras is zowel de negende van Discordia's serie Weiblicher Akt, als de eerste van een drieluik over de liefde zoals die door vrouwen wordt beschreven*.


In de vorige Weiblicher Akt, Dumas/LaDame/DeSade wordt Marguerite Gautier, het personage uit La Dame aux Camélias van Alexandre Dumas fils, gespeeld door twee actrices: Annette Kouwenhoven en Miranda Prein. De derde actrice, Maureen Teeuwen, speelt in die voorstelling de mannen: zowel Armand Duval als diens vader.
 

Dat L'Amour Duras me een stuk minder bevalt dan Weiblicher Akt 8 komt niet omdat Margijn Bosch nu de derde actrice is. Maar door de derde persoon. Want in het grootste deel van de voorstelling beginnen de zinnen met 'Ze zei' en 'Hij zei'. Of horen we zinnen als 'Hij trilt' en 'Ze zegt niets'.

Alle drie actrices vertolken hetzelfde vrouwelijke hoofdpersonage uit drie romans** van Marguerite Duras. Geen van de drie actrices speelt, zoals in Weiblicher Akt 8, de mannen. Of in dit geval de man. Want het gaat in L'Amour Duras vrijwel uitsluitend over de liefdesgeschiedenis van een blank meisje van vijftien met een meer dan tien jaar oudere schatrijke Chinese man die ze op de veerpont over de Mekong heeft ontmoet. Een liefdesgeschiedenis die zich afspeelt in wat toen nog Indochina heette.

Tussen de vorige alinea en die waaraan ik nu ben begonnen, heb ik De minnaar, de vertaling (door Marianne Kaas) van Marguerite Duras' roman L'amant gelezen. In die roman vermijdt Duras bij gesprekken het gebruik van het persoonlijk voornaamwoord ik. Dat levert dus zinnen op als 'Hij zegt: u bent met me meegegaan hier naartoe zoals u met ieder ander zou zijn meegegaan. Ze antwoordt dat ze dat niet kan weten, dat ze nog nooit met iemand is meegegaan naar een kamer.'

Het zou kunnen dat Duras voor de derde persoon heeft gekozen om het makkelijker te maken autobiografische gegevens te verwerken. Of dat inderdaad zo is, weet ik natuurlijk niet na het lezen van nog maar één van haar romans.

Maar dat Marguerite Duras, in ieder geval in L'amant, en mogelijk ook in haar andere werk, geen dialogen schrijft, verplicht de makers van L'Amour Duras natuurlijk niet om zich daaraan te conformeren. Het staat theatermakers vrij om hun eigen vertelvorm te kiezen. En ik denk dat het voor de voorstelling goed zou zijn geweest als ze dat hadden gedaan, als ze de teksten van Duras voor toneel hadden herschreven en een gedeelte ervan in dialogen hadden omgezet.

Want omdat geen van de drie actrices, al was het maar af toe, de minnaar speelt, ontbreekt het in L'Amour Duras (behalve bij de spaarzame uitstapjes naar de eigen ervaringen van de drie actrices) aan de spanning waarvoor dialogen hadden kunnen zorgen. En omdat de voorstelling zich inhoudelijk ook nog eens beperkt tot één enkele liefdesgeschiedenis blijft L'Amour Duras al met al nogal stug verteltheater. 


* De volgende voorstellingen van dit drieluik zullen gaan over Susan Sontag (Love Sontag) en Elfriede Jelinek (Liebe   Jelinek)
** Un barrage contre le Pacifique, L’amant en L’amant de la Chine du Nord.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Maatschappij Discordia

Recensie: Instant Love van Via Berlin & Cello Octet Amsterdam / Ria Marks

●●●●○

 

INSTANT LOVE

 

VIA BERLIN & CELLO OCTET AMSTERDAM / RIA MARKS




Door Piet van Kampen, gezien 15 juli 2018, geplaatst 3 januari 2019 

Zes jaar geleden hoorde ik cellist Harald Austbø voor het eerst. Dat was in Liever Niet, een voorstelling van Freek Vielen. Freek deed het woord, Harald speelde cello. In latere voorstellingen, bijvoorbeeld die van De Nwe Tijd, zag ik Austbø niet alleen op cello, maar ook als acteur. Dan speelde hij of zichzelf of iemand die daar dichtbij stond. Nu in Instant Love is Austbø niet alleen componist en cellist, maar ook echt acteur, een acteur die iets speelt dat juist ver van hem af staat.

Cellist René van Munster rijdt vijf cello spelende prostituees in een kooi de vloer op. King, de pooier, kijkt toe. Foute zonebril, rood leren jack over zijn blote bast, haar in een staart, foute grijns. Zo verandert cello-virtuoos Austbø in een ordinaire pooier. Die ook als hij cello speelt die foute grijns op zich gezicht houdt. Austbø blijkt een rasacteur.


Instant Love is een schrijnend verhaal over vrouwen die onder valse voorwendsels verleid worden hun land te verlaten en worden gedwongen als hoer te werken. King (Harald Austbø) is de meedogenloze bedrieger, Grace (Dagmar Slagmolen) zijn nieuwste slachtoffer, en Ko van de Bosch de ideale tekstschrijver voor zo'n thema. Want wie anders komt op woordcombinaties als 'nageboorte van een verloren oorlog'?
 
De speciaal voor deze voorstelling gecomponeerde muziek van Austbø geeft extra scherpte aan de thematiek van de internationale vrouwenhandel. Soms is dat muziek voor het ensemble (zes leden van het Cello Octet Amsterdam*) op een ander moment een solo voor de componist zelf. Hoogtepunt is de quatre-mains van Austbø en Slagmolen, zonder strijkstokken, op één cello.

Regisseur Ria Marks heeft gezorgd voor genoeg luchtige momenten en heeft de cellisten niet ergens in een hoekje weggezet. Integendeel, in een choreografie van Pim Veulings zijn ze volledig in het verhaal geïntegreerd. Ook dat draagt ertoe bij dat Instant Love heel goed muziektheater is, een voorstelling waarin tekst, spel en muziek elkaar op een overtuigende manier versterken.

* De zes leden van het Cello Octet Amsterdam: Sanne Bijker, Sanne van de Horst, Justa de Jong, René van Munster, Rares Mihailescu, Genevieve Verhagen.
Gezien op het OVER HET IJ FESTIVAL 2018 
THEATERTOURNEE vanaf 15 januari 2019

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Berlin