Recensie: Tiefer Schweb van Münchner Kammerspiele / Christoph Marthaler

●●○○○

 

TIEFER SCHWEB


MÜNCHNER KAMMERSPIELE / CHRISTOPH MARTHALER




Door Piet van Kampen, gezien 28 juni 2018

 

20.30 tot 21.50 uur. Het geduld van het publiek wordt op de proef gesteld.

We zijn in de toekomst, er zijn problemen met onder meer gevaarlijke bacteriën, klimaatverandering, migranten. In een onderwaterkamer, op het diepste punt van het Bodenmeer (dat ook het drielandenpunt is van Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland), buigt een ambtelijke commissie zich over die problemen. Acht commissieleden, twee vrouwen en zes mannen. Zeven daarvan gaan zich excessief te buiten aan abstract ambtenarenjargon. De achtste roept wanhopig: 'Concreet!'. Regelmatig onderbreken ze hun beraadslagingen voor meerstemmig gezang.

Een commissielid vertelt hoe ze er als kind van droomde om ooit eens het Bodenmeer over te zwemmen. Een geïmmigreerd commissielid slaagt voor zijn inbeieringstoets en mag daarom een Lederhose dragen. Een derde commissielid legt uit dat er maar één hoofdzonde is: ongeduld. Weer meerstemmige gezang. Waaronder volksliedjes uit Duitsland. Of Oostenrijk. Of Zwitserland.

Tijdens zo'n lied met heel veel coupletten maak ik alvast notities over wat ik tot dan toe heb gezien. [De discussies aan de vergadertafel beginnen normaal, maar de teksten worden in no time absurdistisch. Dat is wel leuk, maar dat aaneenrijgen van woorden is typisch voor het Duits. Is dit sowieso niet te Duits? Te Beiers? Werkt dit in Amsterdam? En die liedjes? Die roepen hier toch geen herkenning op? Zouden er toeschouwers weglopen? Ik kijk even. Een stuk of tien. Valt mee] Daarna schrijft een commissielid een brief aan haar geliefde op de oever. Een accordeon komt op eigen houtje uit de coulissen. Vier commissieleden zingen meerstemmig. Met hun hoofden in een urinoir.

21.50 tot 22.35 uur. Het geduld van het publiek wordt beloond.

Zowel Simon & Garfunkel, Procol Harum als Leonard Cohen 'treden op' in de onderwaterkamer. Niemand loopt nu meer de zaal uit. Er klinkt zelfs een voorzichtig aanzetje tot een open doekje. Na Blute nur, du liebes Herz uit de Matthäuspassion van Bach en een paar Zwitserse volksliedjes is het tijd voor filosofische overpeinzingen: Wat is het wezen van de commissiemens? Denken is willen, willen is denken. Is het willen van het niet-willen ook willen?

Er komt tempo in de voorstelling. De commissieleden verschijnen in Duitse, Oostenrijkse, Zwitserse en Chinese klederdracht. Dat laatste omdat ze Chinees willen leren. Als ze in wit ondergoed met planken en prikkeldraad in de weer zijn, meldt Radio Konstanz nog meer onheil. De acht nemen weer plaats aan de vergadertafel om zich over de nieuwe problemen te buigen. Na nog wat gedelibereer en meerstemmig gezang zit hun werk er na ruim twee uur op. Alle acht krijgen ze bloemen.

Bij de première van Tiefer Schweb in München op 24 juni 2017 zijn er regelmatig open doekjes. En de acteurs moeten ook nog eens een keer of tien terugkomen voor applaus. Een groot succes dus daar in de Beierse hoofdstad.

Na Seemannslieder, Maeterlinck en Der Entertainer is dit mijn vierde Marthaler. Bij Seemannslieder (2004) had ik houvast aan Kniertje uit Op Hoop van Zegen en aan de Nederlandse en Vlaamse zeemansliedjes (dankzij Hadewych Minis, Chris Nietveld en Bert Luppes). Bij Maeterlinck (2007) stond de klok op het podium stil en gebeurde er een half uur bijna niets. Dat bij een voorstelling van Marthaler geduld een schone zaak is, wist ik dus al. Der Entertainer (2016) beviel me het meest, misschien omdat ik het stuk (van John Osborne) al kende. 
Mijn probleem met Tiefer Schweb is niet de typische Marthalerstijl waarin Bach en volksliedjes elkaar afwissen, waarin steeds het absurde wordt opgezocht en waarin het geduld van het publiek op de proef wordt gesteld. Mijn probleem is dat grappen over het Duitse ambtenarenjargon en Duitse, of Oostenrijkse, of Zwitserse volksliedjes simpelweg te ver van me af staan.

Gezien tijdens HOLLAND FESTIVAL
 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Münchner Kammerspiele

Recensie: Gesualdo van De Warme Winkel & Nederlands Kamerkoor

●●●○○

 

GESUALDO

 

DE WARME WINKEL & NEDERLANDS KAMERKOOR




Door Piet van Kampen, gezien 22 juni 2018 

Carlo Gesualdo (1562-1613). Een van de grootste componisten uit de late Renaissance, maar ook een man met een zeer tot de verbeelding sprekende levensgeschiedenis. Niet zo gek dus dat de directeur van het Nederlands Kamerkoor De Warme Winkel benaderde voor een samenwerkingsproject. En niet zo gek dus dat het acteurscollectief daar graag op inging. De theatermakers van De Warme Winkel zijn tenslotte specialisten in het vertellen van verhalen over leven en werk van kunstenaars.

Tot nu toe gingen bijna alle voorstellingen van De Warme Winkel over schrijvers of dichters. Daarin lieten ze zelf én fragmenten uit het werk horen én beeldden ze scènes uit het leven van de schrijver uit. Bij Gesualdo is dat anders. Vincent Rietveld, Mara van Vlijmen en Ward Weemhoff (en de gastacteurs Florian Myjer en Marieke de Zwaan) leven hun creativiteit volledig uit op de waanzinnige verhalen die over prins Carlo Gesualdo de ronde doen. De fragmenten uit het werk van de componist laten ze over aan de tien zangers van het Nederlands Kamerkoor. 


Dat de muzikaal voor zijn tijd zeer vooruitstrevende Gesualdo zijn vrouw en haar minnaar vermoordde, berust vrijwel zeker op waarheid. Maar dat hij er opgewonden van raakte als hij dieren martelde? Of als hij zich door zijn personeel liet geselen? Feit of mythe. De Warme Winkel maakt geen onderscheid. En omdat het bizarre leven van de componist daar nou eenmaal om vraagt, zitten er in Gesualdo ook scènes die pure horror zijn. Maar dan wel altijd met een humoristische ondertoon. 
 
In het overheersend roze decor staan een chaise longue, drie bomen, en een muur van iets dat nog in aanbouw is. De voorstelling begint als Ward Weemhoff omstandig zijn handen tegen elkaar wrijft om ze te verwarmen. Meer zeg ik niet over de openingsscène. Gesualdo is een voorstelling waarbij de verrassing essentieel is. Ben je van plan er naartoe te gaan? Lees er dan niet te veel over. Stop voor alle zekerheid ook maar met het lezen van deze recensie.

Omdat voorstellingen van De Warme Winkel altijd bewust niet stijlvast zijn, zal ook deze keer de appreciatie wel weer per scène verschillen. Dat ik bijvoorbeeld die waarin Vincent Rietveld als derderangs variétéartiest een etentje komt verstoren erg matig vind, zegt daarom ook iets over mijn smaak. Die scène is overigens de enige waarin een acteur zingt. Nou ja, zingt. Met geluiden die doen denken aan het krassen van een kraai, martelt Rietveld Gesualdo's Moro, lasso! zodanig dat er van dat madrigaal uiteindelijk alleen nog maar een zielig hoopje ellende over is. 


Niet alle scenes overtuigen me. Maar de gouden steiger. Om je vingers bij af te likken. De engel en de duivel op wieltjes. Wat een inventiviteit. De scène met de schommel. Pure suggestie, waarbij je toch huivert. Ik tenminste wel. Wat met een naald en een oog gebeurt (in wat ik maar even een Florentina Holziger-scène noem). Verrukkelijke horror. Maar op nummer één komt voor mij toch de originele manier waarop Florian Myjer door Rietveld en Weemhoff wordt gemarteld, terwijl hij een brief van de directeur van het Nederland Kamerkoor probeert voor te lezen.

Met als uitzondering een duet tussen Mara van Vlijmen en vijf zangers blijven de geacteerde scènes en het koorwerk heel lang strikt gescheiden. Eerst de acteurs. Dan, afhankelijk van of het een madrigaal of een kerkelijk werk is, vijf of tien zangers. Pas als die weer veilig in de coulissen zijn, de acteurs voor hun volgende scène. Enzovoorts. Pas het laatste half uur verandert dat. Rijkelijk laat vind ik.
 
Prachtige muziek. Goede zangers. Het is echt genieten van het Nederlands Kamerkoor. Maar Gesualdo zal me toch vooral bijblijven als een voorstelling waarin De Warme Winkel op een inventieve en geestige manier de meest weerzinwekkende gruwelijkheden uitbeeldt.

Gezien tijdens HOLLAND FESTIVAL

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Nederlands Kamerkoor

Recensie: JR van FC Bergman

●●●○○

 

JR

 

FC BERGMAN




Door Piet van Kampen, gezien 18 juni 2018 

Het decor van JR is een enorme constructie, een open 'gebouw' van veertien meter hoog, met vier verdiepingen en vijfentwintig kamers. Dat enorme decor symboliseert de grootheidswaan van de personages: beurshandelaren en (gefrustreerde) kunstenaars. In en om dat 'gebouw' achttien acteurs (waarvan twee met een camera), eenentwintig figuranten, zevenentwintig crewleden, en ruim vijfhonderd rekwisieten.

Van de vier 'Bergmannen' lopen Joé Agemans en Thomas Verstraeten met een camera, regisseert Stef Aerts ter plaatse waar dat nodig is, en speelt Marie Vinck mee als schooljuf. De overige acteurs zijn gastacteurs van Toneelhuis, Olympique Dramatique, NTGent en KVS. Het publiek zit op vier tribunes aan de vier zijden van het 'gebouw' en ziet dus maar een deel van wat zich er afspeelt. Maar op lamellen op alle vier zijden wordt het live gefilmde verhaal integraal geprojecteerd.

Dat verhaal is gebaseerd op de gelijknamige roman van William Gaddis uit 1975. Tijdens een bezoek met zijn klas aan Wall Street leert de elfjarige JR Vansandt hoe het beurssysteem werkt: 'Je moet spelen om te winnen, en als je speelt moet je winnen.' Met als start een aandeel Typhoon van zevenentwintig dollar bouwt JR aan een imperium.

Omdat hij een kind is, heeft JR geen moreel besef, hij ziet alleen kansen en mogelijkheden. Met als stroman zijn leraar Bast (die eigenlijk liever componist zou zijn) en met een leger advocaten en spindoctors veroorzaakt JR toenemende paniek in de beurswereld. Maar uiteindelijk is de aardige en meegaande Bast het grootste slachtoffer.

De twee uur tot de pauze is JR een snelle, voortdurend van aandachtspunt wisselende voorstelling. Een verhaal waarin JR met zijn acties zowel de amorele wereld van grote beursgenoteerde bedrijven als de levens van in hun ambities gefnuikte kunstenaars ontwricht. Met geweldig goed acteerwerk van Jan Bijvoet (als dronken schrijver), Geert Van Rampelberg (als patserige beurshandelaar) en Oscar Van Rompay (als timide componist). 


In de anderhalf uur na de pauze wordt eenzijdig gefocust op de 'losers'. De veel te lange scènes over een drugsverslaafde vrouw (Anne-Laure Vandeputte) en de alcoholische schrijver halen de vaart en de afwisseling uit de voorstelling. Jammer. Gelukkig is de slotscène waarin de wanhopige Bast een vergeefse poging doet om JR het belang van immateriële waarden te laten inzien weer wel de moeite waard.


Gezien tijdens HOLLAND FESTIVAL

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: FC Bergman

RIROTONEELRECENSIES: TOPVIJF VAN ACTEURS VAN HET SEIZOEN 2017-2018.

 

TOPVIJF VAN ACTEURS VAN HET SEIZOEN 2017-2018




Door Piet van Kampen, geplaatst 13 juni 2018

Vijf ten onrechte niet door de Toneeljury van de VSCD voor een van de Toneelprijzen 2018 genomineerde acteurs. In alfabetische volgorde.

Jan-Paul Buijs voor zijn rol in De Huisbewaarder van Toneelschuur Producties/Paul Knieriem
Door steeds heel zacht, maar toch goed verstaanbaar, te spreken, benadrukt Jan-Paul Buijs in De Huisbewaarder de kwetsbaarheid van zijn personage Aston. Ook met zijn lichaamstaal, met de uiterst trage manier bijvoorbeeld waarop hij in zijn zakken naar zijn aansteker zoekt, benadrukt hij die kwetsbaarheid. In de slotscène gaat Aston, ondanks de onzekere bewegingen die het gevolg zijn van zijn psychische handicap, voor zijn fysiek veel sterkere broer staan om de zwerver Davies de deur te wijzen. Het 'nee' dat in het script staat, is door wat Buijs met zijn lichaamstaal uitdrukt eigenlijk niet eens meer nodig.

Thomas Cammaert voor zijn rol in Romeo en Julia van Toneelgroep Oostpool

Cammaert zegt er als Lorenzo in de voorstelling zelf over: 'Frater Lorenzo, saaie kutrol, Jezus!' Maar de rol van Lorenzo in Romeo en Julia van Toneelgroep Oostpool is groter dan in de hedendaagse opvoeringspraktijk gebruikelijk is. Lorenzo heeft niet alleen het eerste, maar ook laatste woord. Thomas Cammaert is door de perfecte balans tussen de tongue in cheek manier waarop hij zijn tekst uitspreekt en de schalkse blik waarmee hij daarbij over zijn schouder de zaal in kijkt de uitblinker in deze radicaal bewerkte Romeo en Julia.

Jacobien Elffers voor haar rol in Ophelia van Veenfabriek /Joeri Vos

Jacobien Elffers maakt in Ophelia moeiteloos de tijdsprong van Ophelia die een dialoog heeft met Hamlet naar Harriet die bekvecht met Berlioz. Van het Engels met een Iers accent, als Harriet Smithson, schakelt ze probleemloos naar het Nederlands als ze redetwist met Hamlet of met de Regisseur. Ook met het Amerikaans Engels van een tiener en het Frans in het Chanson de Solomom heeft ze geen enkele moeite. Wat Elffers in de waanzinscène en in de sterfscène uit de opera Hamlet van AmbroiseThomas laat zien, is van ongekend hoog niveau.

Abke Haring voor haar rol in Platina van Toneelhuis & Zuidpool / Abke Haring

Haar voorstelling is opgenomen in RiRo's Toptien en geselecteerd voor zowel het Nederlandse als het Vlaamse Theaterfestival. Is dat niet genoeg? Nee, dat is niet genoeg. Want niet alleen als maker, ook als actrice levert Abke Haring met haar rol in Platina een prestatie van vanjewelste. Hoe ze staat, leunend op de tafel, linkerbeen gebogen, rechterbeen gestrekt naar achteren. Hoe ze daarbij met onrustige bewegingen de onhandigheid van de communicatie benadrukt. En dan ook nog eens haar superieure tekstbehandeling. 

Matthijs van de Sande Bakhuyzen voor zijn rol in Bij jou begin ik van Frascati Producties/Charli Chung

De manier waarop Matthijs van de Sande Bakhuyzen acteert in Bij jou begin ik, een monoloog van anderhalf uur, is overrompelend. Zijn timing, zijn expressie, zijn lichaamstaal, alles is zo precies, de pauzes tussen de woorden zo functioneel. Daardoor geeft Van de Sande Bakhuyzen je het gevoel dat zijn personage echt met het publiek in gesprek is, een dialoog heeft met elke toeschouwer. En die overrompelende manier van acteren weet hij de hele voorstelling vast te houden.

Dit zijn de veertien acteurs die door de Toneeljury van de VSCD Toneelprijzen wel werden genomineerd voor de Louis d’Or, Theo d’Or, Arlecchino en Colombina: 

Eelco Smits voor zijn rol in Vergeef ons - Toneelgroep Amsterdam / Toneelhuis
Bruno Vanden Broecke voor zijn rol in
PARA - KVS / David Van Reybrouck, e.a.
Steven Van Watermeulen voor zijn rol in Onderworpen - NTGent
Marieke Heebink voor haar rol in Oedipus - Toneelgroep Amsterdam
Karina Holla voor haar rol in ROMP - De Gemeenschap
Alejandra Theus voor haar rol in Revolutionary Road - Theater Rotterdam / Toneelschuur Producties
Michiel Blankwaardt voor zijn rol in Woiski vs Woiski - Orkater / Bijlmerpark Theater
Arnon Grunberg voor zijn rol in De Mensheid - LOD Muziektheater
Rick Paul van Mulligen voor zijn rol in Othello – Het Nationale Theater
Vanja Rukavina voor zijn rol in The Nation – Het Nationale Theater
Anniek Pheifer voor haar diverse rollen in Gidsland - mugmetdegoudentand
Maureen Teeuwen voor haar rol in Dumas/La Dame/DeSade - Maatschappij Discordia
Dionne Verwey voor haar rol in De Blackout van ’77 - Orkater / Sir Duke
Romana Vrede voor haar rol in
The Nation - Het Nationale Theater
Ga voor meer informatie over de VSCD Toneelprijzen naar:Theater Festival


Recensie: Anna Karenina-allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie van DeutschesSchauSpielHausHamburg/Clemens Sienknecht & Barbara Bürk

●●●●○

 

ANNA KARENINA-ALLERDINGS MIT ANDEREM TEXT UND AUCH ANDERER MELODIE

 

DEUTSCHES SCHAUSPIELHAUS HAMBURG / CLEMENS SIENKNECHT & BARBARA BURK


Door Piet van Kampen, gezien 8 juni 2018

Zoals ze dat in 2016 ook al deden met de roman Effie Briest van Theodor Fontane uit 1894, stoffen regisseurs Clemens Sienknecht & Barbara Bürk nu Anna Karenina van Tolstoi uit 1877 grondig af. Hetzelfde concept, nagenoeg dezelfde enscenering en dezelfde acteurs. Radio Briest van toen is omgedoopt in Radio Karenina en de live gespeelde hits zijn nu bijna allemaal uit de zeventiger en tachtiger jaren.

Eerst komt alleen Clemens Sienknecht het podium op, met blonde pruik. Op gitaar, keyboard en drums mixt hij stap voor stap het nummer Lisztomania van Phoenix. Dan is het zover, op Radio Karenina begint de radioserie Berühmte Seitensprünge der Weltliteratur. Deze keer met in de tragische hoofdrol Anna Karenina, die als een blok valt voor graaf Vronski in glitterpak (Yorck Dippe). Met hem lijkt ze het geluk te hebben gevonden. Maar helaas, het loopt niet goed af. Het omgekeerde overkomt Kitty die eerst door Levin is afgewezen, maar uiteindelijk toch met hem trouwt. In een hilarische ceremonie met Michael Wittenborn als pope.

De radioshow (en dus het spel) wordt regelmatig onderbroken door reclamespotjes en flitsmeldingen. Maar vooral door live uitgevoerde muziek die aansluit bij het verhaal, van onder meer The Bangels, Eurythmics, Grandmaster Flash, Pink Floyd, en Michael Jackson. Net als bij Effie Briest zijn het Engelstalige songs en is er geen enkele Duitstalige schlager bij. Wel weer op het eind één Frans chanson, gezongen door Ute Hannig als Anna. Als afsluiter vertolkt Sienknecht loepzuiver Don't Talk (Put Your Head On My Shoulder) van de Beach Boys. Op de valreep toch nog even een uitstapje naar de sixties dus.

Boven mijn recensie van Effie Briest - allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie, ook van DeutschesSchauSpielHausHamburg, zette ik twee jaar geleden drie groene ballen. Meteen na de voorstelling van vanavond wist ik dat het er nu boven Anna Karenina vier moesten worden. Maar een sluitende verklaring voor dat gevoelsmatige besluit heb ik niet. Want hoe kan het dat ik Anna Karenina hoger aansla terwijl het procedé nagenoeg identiek is? Komt het omdat ik het verhaal van Anna wel al ken, terwijl het verhaal van Effie toen nieuw voor me was? Dat ik daardoor de grappen en verwijzingen nu sneller oppik?

Het kan natuurlijk ook dat Anna Karenina gewoon beter in elkaar zit dan Effie Briest. Tenslotte hebben de makers de gelegenheid gehad minder sterke punten te verbeteren. Is dat het? Als het om films zou gaan, zou ik het kunnen controleren. Maar het is toneel, ik moet het doen met alleen mijn geheugen. Zijn die vier groene ballen dan wel terecht? Ja, toch wel. Al was het alleen maar voor de met een open doekje beloonde manier waarop Sienknecht halverwege de voorstelling, zichzelf begeleidend op keyboard, losse zinnen met het woord 'love' uit ruim vijftig verschillende popsongs aan elkaar zingt.

Bij Schauspiel Hannover maakten Sienknecht & Bürk ook nog Madame Bovary - allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie. In een vergelijkbaar concept. Dus ook met live uitgevoerde hits. Maar dan zonder het radio-aspect, en met acteurs van Schauspiel Hannover.
Gezien tijdens HOLLAND FESTIVAL

Ga voor voor meer informatie naar: Deutsches Schauspielhaus Hamburg