Recensie: Een antwoord op alle vragen van Laura van Dolron

●●●●○

 

EEN ANTWOORD OP ALLE VRAGEN

 

LAURA VAN DOLRON




Door Piet van Kampen, gezien 13 december 2018 

Terwijl Laura van Dolron op een meditatiekussen zit, een klankschaaltje bij de hand, spreekt Willem de Wolf op blote voeten een proloog. Daarna legt Van Dolron uit dat we niet 'het' antwoord maar 'een' antwoord op onze vragen kunnen verwachten. Dat zij en De Wolf zich zo min mogelijk hebben voorbereid. En dat ook de muziek (door Wilko Sterke en Frank van Kasteren) voor een groot deel pas vanavond zal ontstaan.

Als we allemaal een vraag hebben opgeschreven, worden die eerst stuk voor stuk voorgelezen en dan met de blanco achterkant naar boven neergelegd. Van Dolron en De Wolf kiezen een willekeurige vraag. De eerste vraag vanavond is 'Bestaat de waarheid?' Uit de manier waarop Van Dolron en De Wolf daarop antwoorden, wordt meteen duidelijk dat de kracht van de voorstelling voor een belangrijk deel bestaat uit hoe verschillend die twee in Antwerpen wonende Nederlandse theatermakers en denkers zijn.

Want terwijl Van Dolron op een rustige manier haar antwoord 'Nee, de waarheid bestaat niet' aan het toelichten is met een verwijzing naar de zenmeesters die ze om raad vroeg, staat De Wolf met zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd ongeduldig ja te knikken. Als Van Dolron klaar is, blijkt waarom. De vraag of de waarheid bestaat, heeft bij De Wolf emotionele herinneringen opgeroepen aan zijn jeugd in een communistisch gezin in Groningen: 'Ja, De Waarheid bestaat wel!!!' *

Af en toe zijn er in Een antwoord op alle vragen tekstfragmenten die doen vermoeden Van Dolron en De Wolf ze hebben voorbereid, maar een groot deel van de tekst wordt daadwerkelijk ter plekke geïmproviseerd.

Hetzelfde geldt voor de muziek. Sterke en Van Kasteren hebben natuurlijk wat klaar staan. Maar er zijn publieksvragen waarbij Van Dolron (die op een onopvallende manier de touwtjes van haar voorstelling in handen houdt) de twee musici om een muzikaal antwoord vraagt. Dan kruipt Sterke achter de piano en probeert wat uit, waarna Van Kasteren zich op gitaar bij hem aansluit.

De consequentie van het concept van Een antwoord op alle vragen is dat de voorstelling elke avond anders zal zijn. Dus een garantie dat het weer zo goed wordt, is er niet. Maar vanavond was Een antwoord op alle vragen heel goed muziektheater. En vooral door de verschillen tussen Van Dolron en De Wolf een heel spannend avontuur.

* De Waarheid, van 1940 tot 1990 de krant van De Communistische Partij van Nederland (CPN).
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Laura van Dolron of de KOE

Recensie: Complexity of Belonging van Chunky Move / Anouk van Dijk & Falk Richter

●●●○○

 

COMPLEXITY OF BELONGING 

 

CHUNKY MOVE / ANOUK VAN DIJK & FALK RICHTER



Door Piet van Kampen, gezien 9 december 2018 

Wat een weidsheid! Wat een ruimte! Een achterdoek met de weidsheid van Australië. Wat een ramp zo'n achterdoek! Alle scènes verdwijnen erin, geen enkele scène is door die achtergrond te kaderen, alles vervliegt in die ruimte.

De Nederlandse choreografe Anouk van Dijk en de Duitse theatermaker Falk Richter maakten voor Chunky Move uit Melbourne een voorstelling waarin ze inzoomen op negen levens in het tijdperk van de sociale media. Wat is individuele identiteit in een wereld van hyperverbondenheid: 'How and where do I belong?'

'Je hebt een logo nodig, zodat de mensen weten wie je bent'. 'I' am in a creative lock-down mode.' Van een homopaar dat gaat voor 'international surrogacy', springen we naar de Aboriginals met de vraag of het klopt dat 'place is more important for them than time?' Of naar een therapeute die via skype contact heeft met haar partner 'Do you want to wank?'

De parodie op de 'spirituele' vrouw die 176 voorwaarden stelt waaraan een man moet voldoen, is heel geestig, heel goed ook. Heel goed geacteerd, fenomenaal gedanst. Wel wordt er opzichtig naar een open doekje toegewerkt. Zodat pas na die bewust gecreëerde pauze blijkt dat het een uitbarsting was van een cliënt in een een gesprek met haar therapeute.

In de twee eerdere voorstellingen van Anouk van Dijk & Falk Richter die ik zag, Trust en Protect me, waren de teksten filosofisch en maatschappijkritisch. Nu is de angst voor migranten (in Australië is dat vooral de vrees voor immigratie van nog meer Aziaten) het enige maatschappelijke thema. Tekstschrijver Richter focust in Complexity of Belonging vooral op de individuele psychologie van de negen personages. Onderhoudend, interessant, vaak geestig, want schrijven kan hij wel. Maar relevant? Urgent?

De therapeute met de claimende echtgenoot, die fantaseert over intimiteit met een vrouwelijke cliënt, vat de psychologische hoofdlijn van de voorstelling samen als het verlangen om aangeraakt te worden. De uiteindelijk conclusie van Complexity of Belonging
is: 'Belonging is the only relation'.

Nee, de tekst van Richter vind ik, hoe goed geschreven ook, teleurstellend. Het decor, van Robert Cousins, een ramp. Wat Complexity of Belonging desondanks tot een bijzondere voorstelling maakt, is de indrukwekkende choreografie van Van Dijk. En het verbluffend goede acteren van de dansers.


Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Chunky Move

Recensie: Frou Frou van Bambie / Jochem Stavenuiter

●●●●○

 

FROU FROU

 

BAMBIE / JOCHEM STAVENUITER




Door Piet van Kampen, gezien 6 december 2018 

'Leven is op weg zijn naar herinneren.' Geschminkt als een pierrot, wit gezicht, zwarte tranen onder zijn ogen, zit Jochem Stavenuiter als clown Frou Frou op zijn krukje. Om hem heen de rekwisieten die bij zijn leven in het circus hoorden. Als hij moeizaam opstaat, zien we aan zijn trage bewegingen hoe breekbaar hij is, de clown die zijn einde voelt naderen.

De woorden die de clown met krakende stem spreekt zijn korte en ultrakorte gedichten. Aforismen. Waarin de hand van de dichter Harry Ikink merkbaar is, die samen met Ko van den Bosch en Jochem Stavenuiter verantwoordelijk was voor de tekst van Frou Frou.

Twee cellisten (Amber Docters van Leeuwen en Pepijn Meeuws) die door de 'barrière' in het roodfluwelen gordijn* komen en gaan, roepen met hun muziek herinneringen op bij Frou Frou: flarden van circusnummers, van trucs die hij ooit beheerste, van kunsten die hij ooit vertoonde.

Met zijn stram geworden lichaam laat Frou Frou ze nog één keer zien. Voor de laatste keer struikelt hij keer op keer over de rand van de piste en verbaast hij zich erover dat de lamp van de lantaarnpaal elke keer aan en uit gaat als hij zich er tegen stoot. Soms pakt de oude clown een rekwisiet op, kijkt ernaar, zoekt in zijn geheugen naar waar het ook weer bij hoorde, schudt dan mistroostig zijn hoofd, en legt het terug.

Als Frou Frou zich een nummer wel herinnert, probeert Stavenuiter dat nummer te spelen, bijgestaan door de twee cellisten, die dan in goochelaar, dresseur van paarden, of circusdirecteur veranderen. Maar als Frou Frou terugdenkt aan hoe de vrouw op wie hij verliefd was hem negeerde, en zich liet inpalmen door Arlecchino, wordt het hem teveel. Hij bedekt de twee onder witte lakens. Maar ook bedekt onder die lakens blijven Docters van Leeuwen en Meeuws muzikanten, blijven ze heel zachtjes muziek maken.

Nergens in Frou Frou wordt van de ingeslagen weg afgeweken, voortdurend blijft de breekbaarheid en melancholie merkbaar: in de woorden, de enscenering, de muziek, de krakende stem en de lichaamstaal van de clown. Van het begin tot het einde worden de weemoedige herinneringen subtiel en ontroerend gebracht. Een prachtige voorstelling.

* De roodfluwelen gordijnen en de kostuums in Frou Frou zijn geleend van de voorstelling Fellini van het NNT uit 2013, waarin Stavenuiter de melancholieke clown speelde en Ko van den Bosch de cineast vertolkte.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Bambie

Recensie: De verse tijd van Dood Paard & Toneelhuis

●●○○○

 

DE VERSE TIJD


DOOD PAARD & TONEELHUIS




Door Piet van Kampen, gezien 4 december 2018

Kuno Bakker is verbonden aan Dood Paard, maar werkt ook regelmatig met anderen. Niet zo lang geleden speelde hij bijvoorbeeld nog mee in Poquelin II van tg Stan. Mokhallad Rasem ging vorig jaar (terug) naar een asielzoekerscentrum, bleef er zes weken, en maakte Zielzoekers, een hartverwarmend project waarin hij onder meer met zijn camera net zo lang op het gezicht van een asielzoeker inzoomt tot er een glimlach op verschijnt.

De Nederlander Kuno Bakker en de Irakees Mokhallad Rasem, die allebei in Antwerpen wonen, schetsen in De verse tijd in negen korte hoofdstukken de ups and downs van hun kennismaking. De kennismaking met elkaar, met elkaars taal, en met elkaars manier van denken. 


Heel lang blijft het bij erg triviale onderwerpen: de uitspraak van hun naam, favoriete kleur, op welk dier ze lijken. Steeds spelen Bakker en Rasem dat ze elkaar door talige miscommunicatie niet meteen begrijpen. Wat op den duur een beetje irritant wordt. Langzamerhand worden de thema's gelukkig wel iets wezenlijker.

Kuno Bakker zoekt vaak oogcontact met het publiek, alsof hij instemming wil van ons.
Mokhallad Rasem doet dat niet. Het vaste schema in alle negen hoofdstukken is dat Bakker bij een onderwerp naar de logica zoekt, Rasem naar het poëtische. Af en toe zijn er mooie 'discussies'. Zoals die waarbij Rasem na weer een taalcorrectie van Bakker niet toegeeft: 'De stad heeft haar identiteit verliest, vind ik poëtischer'. 

Als Rasem vertelt over een brief van een dode, en bij de metafoor van de klimmer, wordt het niveau van alleen maar talige miscommunicatie en poëzie versus logica, even overstegen. Maar de meeste scènes hebben erg weinig diepgang.

Het woordeloze slot, dat doet denken aan het werk van Benjamin Verdonck, is heel mooi. Toch verlaat ik de zaal met het gevoel dat Bakker en Rasem met De verse tijd vooral willen laten zien hoe lief en begripvol ze voor elkaar zijn. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Dood Paard of Toneelhuis

Recensie: Strindberg en dal van De Gemeenschap

●●●○○

 

STRINDBERG EN DAL

 

DE GEMEENSCHAP




Door Piet van Kampen, gezien 30 november 2018 

Rob de Graaf (tekst) en Roy Peters (regie) gaan met Strindberg en dal in op de actuele onthullingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag in de toneelwereld. Toneelgezelschap &Co* repeteert 'Dal in de mist', een tekst van August Strindberg die net uit de archieven is opgedoken. Daarin wordt de uitgeputte frontsoldaat Vlado ingekwartierd in het huis van moeder Ira en dochter Maren. Het repeteren van 'Dal in de mist' wordt regelmatig onderbroken door regisseur Dic.

Meteen al bij zijn eerste interruptie wordt duidelijk waar het de komende twee uur over zal gaan. Regisseur Dic (Dic van Duin) richt zich eerst tot actrice Henke (Henke Tuinstra) die dochter Maren speelt: 'Iets in jou wil hem, dat weet je, dat komt niet uit je hoofd, dat komt hiér vandaan, tussen je benen dampt het'. Meteen daarna neemt hij Barnaby (Barnaby Luke Savage) die de luitenant speelt onder handen: 'Je voelt waar je energie zich ophoopt: in je kaak, in je tanden, in je lippen. En hier ook!' (regisseur Dic wijst naar zijn eigen kruis).

Het (fictieve) toneelstuk 'Dal in de mist' fungeert als een soort spiegel voor de scènes tussen de regisseur en zijn acteurs. In 'Dal in de mist' zijn zowel dochter Maren als moeder Ira (Monique Kuijpers) niet ongevoelig voor de charmes van de luitenant. Maar moeder Ira wil hem voor zichzelf. Om dat te bereiken fleemt ze dat het haar zo goed doet dat Vlado een luisterend oor voor haar heeft. En laat ze er geen misverstand over bestaan dat er in het huwelijk met haar overleden man wat ontbrak: 'Ons bed was zo kil als een onverwarmde kelder.'

De andere kant van Strindberg en dal, tegelijkertijd het hoofdthema ervan, is de manier waarop een oudere regisseur seksuele toenadering zoekt tot een jonge actrice. Onder het mom dat hij even alleen met haar een scène wil doornemen gaat Dic vlak voor Henke staan. Wat er op toneelscholen en bij toneelgezelschappen aan op hiërarchie gebaseerd grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden is samengevat in deze heel bedreigend overkomende scène.

Ook de dialogen tussen de oudere actrice Monique en de regisseur, en tussen de regieassistent en de regisseur, gaan direct of indirect over grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik. Bij Monique zijn dat naar cynisme neigende opmerkingen in de geest van 'Nee hé, niet weer.' Het felst is regieassistent Tessa (heel sterk gespeeld door Tessa Jonge Poerink) die uit haar dienende positie losbreekt en de archaïsche opvattingen van de regisseur stuk voor stuk fileert.

Strindberg en dal moet het niet hebben van een verrassende enscenering. De kracht ervan zit vooral in de tekst van Rob de Graaf. Met zoals altijd van die typische De Graaf-zinnetjes die op z'n minst een glimlach tevoorschijn roepen. Bij mij in ieder geval wel.

Toch vind ik Strindberg en dal niet een van zijn beste teksten. Niet omdat het een te eenzijdige afrekening zou zijn met heteroseksuele mannen die hun positie misbruiken. Want dat is het niet. De Graaf (1952) schreef al zo'n honderd toneelstukken, die weet inmiddels wel hoe je zoiets aanpakt. Hij zorgt ervoor dat 'de regisseur' steeds een repliek heeft, vaak zelfs het laatste woord krijgt.

Maar De Graaf valt deze keer iets teveel in herhalingen. Op een gegeven moment is het punt wel gemaakt, zijn de pleidooien wel afgerond, heeft de verdediging wel genoeg ruimte gehad voor een weerwoord. Jammer dat regisseur Peters niet wat overbodige tekst heeft geschrapt.

Dat neemt niet weg dat De Gemeenschap met Strindberg en dal erin is geslaagd om de vinger te leggen op de problematiek van het grensoverschrijdend gedrag in de toneelwereld. En dat op een manier waarbij de afhankelijke positie van in dit geval actrices voor de toeschouwers af en toe pijnlijk invoelbaar wordt. Terwijl er gelukkig toch ook nog wat ruimte blijft voor wat humor.

* Een verwijzing naar het in 2012 opgeheven toneelgezelschap Keesen & Co waarin Monique Kuijpers een van de acteurs was en waarvoor Rob de Graaf veel teksten schreef. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: De Gemeenschap