●●●○○
DRIE ZUSTERS
TONEELSCHUUR PRODUCTIES / ELINE ARBO
Door Piet van Kampen, gezien 21 november 2020
Regisseur Eline Arbo (1986) gebruikt haar bewerking van Drie Zusters van Tsjechov om het effect van de vier feministische golven te analyseren. En ze besluit die analyse met een poging de toeschouwers met een karrenvracht aan cijfers van de juistheid van haar analyse te overtuigen.
Pianomuziek en zang. Een kamer in een suf provinciestadje. We zijn aan het eind van de negentiende eeuw. Olga, Irina en Masja, alle drie in zwarte hoepelrokken. Ira is jarig. Maar het lukt de jarige niet om aan het woord te komen. En haar zus Masja niet om door te gaan met pianospelen. Want Olga, de oudste, overschreeuwt haar twee zussen met een idealisering van hun vroegere leven in Moskou.
Pas als de mannen, Nikolaj (Matthijs IJgosse) en Wesjinnin (Benjamin Moen), op bezoek zijn, lukt het Ira om te zeggen wat ze al steeds wilde zeggen: 'Wat wij nodig hebben is werk.' Nadat Irina daarmee de eerste feministische golf heeft geïnitieerd, snoeren de twee mannen haar onmiddellijk de mond. En beginnen met veel aplomb met elkaar te filosoferen over vrouwenrechten en stemrecht voor vrouwen.
Datzelfde procedé herhaalt zich in de volgende drie scènes, bij de drie volgende drie feministisch golven. Elke poging van Irina (Dieuwertje Dir) of haar zussen Masja (Sarah Janneh) en Olga (Keja Klaasje Kwestro) om ook een duit in het zakje te doen, wordt door de mannen in de kiem gesmoord. Elke keer zijn het de mannen die met elkaar over vrouwenrechten en over gelijkheid van mannen en vrouwen van gedachten wisselen.
Is er dan geen enkele vrouw die die rolverdeling doorbreekt? Ja die is er. Sterker nog, de opkomst in gendereneutrale kleding van 'Ntianu Stuger, als Natasja, aan het eind van de eerste scène, zorgt voor hevige ontsteltenis bij de drie zussen. En geeft de toeschouwer al een vooruitblik naar de toekomst.
Met het live uitgevoerde We Gotta Get Out Of This Place belanden we op een 'fuif' in de jaren zestig van de vorige eeuw. De drie zussen worden nu niet belemmerd door hoepelrokken en knellende korsetten, maar door schoenen met enorme plateauzolen. Ook hier hebben de mannen het hoogste woord, nu over de vrouwenbeweging.
Met Running Up That Hill van Kate Bush komen we bij de derde golf, rond 1990. Ook nu kapen de mannen het thema. Pas bij de vierde, als we in het heden zijn beland, doet 'de man' een stapje terug. Met een pleidooi dat wel wat doet denken aan 'de boetedoening' van Ruut Weissman aan het slot van de documentaire van Judith de Leeuw, zegt Wesjinnin dat het tijd wordt voor een ander soort man.
Ook nu staan de zussen erbij en kijken ernaar. Zo heeft Tsjechov ze in Drie Zusters nou eenmaal neergezet. Masja verzucht 'Hoe lang staan we hier nou eigenlijk al? Het voelt als bijna 120 jaar.' (Drie Zusters van Anton Tsjechov ging in 1901 in Moskou in première)
Dan neemt eindelijk een vrouw het heft in handen. 'Ntianu Stuger (1998), die schoonzus Natasja speelt, en die al de hele voorstelling in kleding rondloopt die op geen enkele wijze knelt of belemmert, spreekt een epiloog. Met heel veel cijfers. En met heel veel percentages. Want met cijfers en percentages kun je je gelijk bewijzen. Denkt Eline Arbo. Het is een epiloog die doet denken aan Proloog, een gelijkhebberig theatergezelschap uit de zeventiger jaren.
Drie Zusters van Toneelschuur Producties / Eline Arbo is weliswaar een boeiende voorstelling. Mede omdat de tekst (Anton Tsjechov en Eline Arbo), het decor (Sarah Nixon) en de fraaie kostuums (Rebekka Wörmann) een harmonieuze eenheid vormen. Het acteren is, zoals we bij regies van Arbo gewend zijn, van hoog niveau, waarbij Sander Plukaard als Andrej de uitblinker is. Maar Arbo's analyse van het effect van feminisme is nogal eendimensionaal. En je gelijk willen halen met een bombardement van cijfers? Tja.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties