●●○○○
SEKS(E)(N)
DE KOE & MUGMETDEGOUDENTAND
Door Piet van Kampen, gezien 20 november 2019
Ze hadden het beter haren gegeven, dat dier in het
slotbeeld, om het er aan die haren bij te kunnen slepen, bij die
fantasie over de toekomst die naar het verleden leidt, een fantasie
die blijkt geeft van zo weinig begrip van de evolutietheorie dat mijn
mond ervan openviel; ik griezel gauw dat geef ik onomwonden toe, en
me te laten griezelen was waarschijnlijk de bedoeling, om me daarna
in verwarring te laten afvragen of dat slotbeeld misschien ook ironisch was bedoeld.
Dat grote dier, dat uitgestorven dier zonder haren, krijgen we te zien nadat Lineke
Rijxman de laatste woorden van de voorstelling al heeft uitgesproken.
Nadat ze zich naar de toekomst heeft gefantaseerd, om precies te zijn
naar 24 mei 2044, met een monoloog waarin voor de enige keer de naam valt van de schrijver die de twee gezelschappen
voortdurend opvoeren in hun marketing, maar waarvan ze tot aan dat
moment geen woord, geen letter, hadden gebruikt.
Want in die slotmonoloog heeft Rijxman het over de
gevolgen van de klimaatverandering in 2044, en voert ze de dan 86-jarig Dries
Van Noten op, een couturier uit Lier, die ze laat zeggen “zoals
mijn goede vriend Goethe zegt 'gelukkig kan de mens slechts een
bepaald deel van zijn ongeluk bevatten, wat daarboven gaat vernietigt
hem of laat hem koud.'”
Het oorspronkelijk plan voor Seks(e)(n) was iets te doen
met Die Wahlverwandtschaften van Goethe uit 1809. Maar de makers van de
voorstelling – Natali Broods, Lineke Rijxman, Peter Van den Eede
en Willem de Wolf – vonden die roman bij nader inzien 'ongelooflijk gedateerd'.
Daarom besloten ze zelf een tekst te schrijven, een tekst die beter zou passen in 'deze
tijd van LGBTQ+'.
Het resultaat is een nogal matige voorstelling waarin de vier proberen het
spanningsveld op te zoeken tussen iemands natuurlijke (seksuele)
geaardheid en hoe iemands culturele identiteit is gevormd. Ze nemen daarbij steeds het persoonlijke als uitgangspunt en vergroten dat
dan uit.
Seks(e)(n) gaat dus eigenlijk vooral over de vier makers
zelf. Maar door het voortdurend spelen met taal en door ironie
in te zetten, zorgen ze er wel voor dat ze zich niet echt blootgeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten