●●●○○
THE LITTLE FOXES
HET NATIONALE TONEEL
Door RiRo, gezien 17 april 2016
Wat zonde dat na de pauze de hoge kwaliteit van The little foxes niet volgehouden wordt! De voorstelling lijkt op weg naar vier, of zelfs vijf sterren. Maar het tweede deel is beduidend minder. Echt zonde!
The little foxes van Lillian Hellman, geschreven in 1939, spelend in het zuiden van de Verenigde Staten van rond 1900, is door regisseur Antoine Uitdehaag verplaatst naar het begin van de jaren '60 van de vorige eeuw. Hoofdthema is hebzucht, rijk worden over de rug van anderen. Maar The little foxes gaat ook over de afhankelijke positie van de vrouw. En over hoe een nieuwe generatie zich daaruit losmaakt.
Oscar, de minst snuggere (Jappe Claes), zijn slimmere broer Ben (Mark Rietman) en hun gefrustreerde maar keiharde zus Regina (Anniek Pheifer) sluiten een zeer profijtelijke deal met een investeerder uit Chicago. Omdat ze 'de machines naar de katoen halen in plaats van katoen naar de machines te brengen' zullen ze alle drie heel rijk worden. Tenminste als Regina's man, die met hartklachten in het ziekenhuis ligt, mee wil werken. Regina's dochter Alexandra volgt het ondertussen allemaal van een afstandje. Sally Harmsen, die Alexandra speelt, houdt haar armen over elkaar.
Bij dramatische scènes worden we door muziek een beetje geholpen om te voelen wat we zouden moeten voelen, maar verder is er niet zo veel op het eerste deel aan te merken. Het is realistisch toneel, het neigt naar komedie. Maar omdat Anniek Pheifer en Mark Rietman, en ook Bram Suijker, als Leo, wel de grens van het kluchtige opzoeken maar daar net niet overheen gaan, werkt die aanpak. En, niet onbelangrijk, de spanning wordt er niet door verstoord. Want The little foxes is ook een thriller.
Hoe is het mogelijk dat die lijn na de pauze niet kan worden doorgetrokken? Oom Ben dreigt zich aan nichtje Alexandra te vergrijpen. Maar in het verdere verloop van de voorstelling wordt daar niets mee gedaan. Een verzwakte hartpatiënt in een rolstoel, Regina's echtgenoot, gespeeld door Pieter van der Sman, bijna dood, is nog wel in staat om voortdurend te schreeuwen, zoals in oubollig toneel. Waardoor de voor het verhaal belangrijke scène tussen man en vrouw niet subtiel genoeg is.
En dan het slot. Meteen al na de pauze zit Sally Harmsen niet meer met haar armen over elkaar, haar Alexandra is nu aandachtig, ellebogen op haar knieën, handen onder haar hoofd. Het begin van een verandering denk ik dan, het neventhema, het zelfstandig worden en vooral het opstandig worden van de dochter, zal nu worden uitgewerkt. Maar dat gebeurt nauwelijks. Als Alexandra na de dood van haar vader zegt niet met haar inmiddels heel rijk geworden moeder mee te gaan naar Chicago, komt dat dan ook veel te veel als een verrassing.
Maar dan nog. Wat zou het mooi zijn als de voorstelling zou eindigen met het gedecideerde 'Nee, morgen zal het niet anders zijn' van Alexandra, als antwoord op haar moeders suggestie dat ze er na een nachtje slapen wel anders over zal denken en toch wel met haar mee naar Chicago zal willen gaan. Een mooi krachtig slot zou dat zijn. Dan was Dylan met Subterranean Homesick Blues helemaal niet nodig geweest.
Of, ik ben heel brutaal vandaag, ik bemoei me gewoon met de regie, als het neventhema dan toch niet echt wordt uitgewerkt, waarom dan het einde niet al wat eerder? Waarom niet al aan het slot van het hoofdthema? Waarom niet meteen nadat Ben tegen zijn al even hebzuchtige zus Regina zegt: 'De wereld ligt open voor ons. Open voor mensen zoals jij en ik. Klaar voor ons, wachtend op ons. (…) Wij komen er wel' ?
Vier, misschien wel vijf sterren, dacht ik nog tijdens de pauze. Maar na het zwakke tweede deel niet meer. Aan Mark Rietman en Anniek Pheifer ligt het niet. Wat mij betreft mogen die voor hun spel in de hele voorstelling, dus ook het deel na de pauze, meteen op de lijst voor de Louis d'Or en de Theo d'Or.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Het Nationale Toneel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten