Vragen over Jeremia van Sadettin Kirmiziyüz en Marjolijn van Heemstra

Door RiRo, 28 februari 2014


Vragen over Jeremia van Sadettin Kirmiziyüz en Marjolijn van Heemstra

Boven bijna alle recensies van Jeremia staan vier sterren. Veel waardering dus van de critici in de kranten. Meteen na de première op vrijdag 7 februari 2014 barst op Facebook en in nrc next ook nog eens de discussie los. Tevredenheid alom. Eindelijk weer eens theater dat er toe doet. Waarover wordt gepraat. Theater over een maatschappelijk onderwerp. Theater dat relevant is.
 
Wie zou dat feestje nou willen verpesten met vragen over de vorm? Met vragen over theatrale middelen? Doet de vorm er nog wel toe als de inhoud zoveel losmaakt? Ik denk het wel. Drie weken nadat ik de zaal uitliep, heb ik die vragen nog steeds. Ik ga ze nu toch maar eens stellen.

Jeremia behandelt enerzijds het racistische gescheld op de sociale media, gebaseerd op Sadettin Kirmiziyüz ervaringen met Gekke Toon die hem dood wenste op Twitter. Daarnaast de vraag waarom Geert Wilders nu ongestraft veel ergere dingen kan zeggen dan Hans Janmaat toen. Die tweede verhaallijn is vooral een verslag van een bezoek dat Van Heemstra en Kirmiziyüz brachten aan Wil Schuurman, de weduwe van Janmaat. 
 
Aan het begin van de voorstelling trekt Marjolijn van Heemstra een van haar twee normale schoenen uit en vervangt die door een veel lompere. Die twee verschillende schoenen is het eerste moment. Heel even een blonde pruik op het hoofd van Kirmiziyüz het tweede. Kirmiziyüz en Van Heemstra, rechtop staand en ernstig kijkend alsof het volkslied klinkt, luisterend naar Amsterdam huilt (waar het eens heeft gelachen) van Rika Jansen is het derde moment. 
 
Dat zijn, in mijn herinnering, de drie momenten die anders zijn. Waarop, behalve in het decor, andere theatrale middelen zijn ingezet dan het vrijwel letterlijk navertellen van de tweets van Gekke Toon en van het bezoek aan Schuurman. Misschien ben ik een of twee van die afwijkende momenten vergeten, maar hoe dan ook Jeremia is vooral het navertellen van wat er in de voorbereiding van de voorstelling is ontdekt.

Kirmiziyüz en Van Heemstra zijn allebei opgeleid om zich met verbeelding bezig te houden. Hij op de toneelschool, zij tijdens haar studie Godsdienstwetenschap. Allebei krijgen ze als theatermaker subsidie om via de verbeelding te vertellen wat ze willen zeggen. Ook bij een voorstelling die bedoeld is als discussiestuk, waarover daadwerkelijk is gediscussieerd, zou je je daarom af moeten vragen in hoeverre ze gebruik maken van verbeelding. Welke theatrale middelen ze daarbij inzetten.

Even terug naar de première. Naast de eerste rij zit Wil Schuurman. In een rolstoel. Als gevolg van het geweld in Kedichem bij een actie tegen de Centrumpartij is ze haar rechterbeen kwijt. Tijdens de voorstelling kom ik ook dingen over haar te weten die ik nog niet wist. Zoals dat ze een Joodse oma heeft, en drie papegaaien. En dat één van die papegaaien klompvoeten heeft. Je kunt je dus afvragen of die weinige afwijkende stijlmiddelen, de lompe schoen, het lied over de Jodenhoek, wel zo subtiel zijn. Of dat niet een beetje te direct op het sentiment is. 
 
De discussie in de afgelopen weken ging daar niet over. Die ging over de inhoud van de tweede verhaallijn. Over de vraag waarom Wilders ergere dingen kan zeggen dan Janmaat. En over de vraag of de voorstelling niet te naïef is, teveel een rehabilitatie van de Centrumpartij. Maar mijn vragen gaan over de vorm. Zitten Kirmiziyüz en Van Heemstra niet veel te dicht op hun research? Hebben ze zichzelf wel voldoende tijd en voldoende afstand gegund om wat ze tegenkwamen aan feiten, om wat ze tegenkwamen in zichzelf, te laten bezinken, om er daarna via de verbeelding met theatrale middelen een vorm aan te geven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten