THEATERVERHAAL
MIJN RELATIE MET SUSANNE KENNEDY
Door Piet van Kampen, geplaatst 9 juni 2023
Phaedra's Love
Mijn relatie met Susanne Kennedy begon in 2007. Susanne had Phaedra's Love van Sarah Kane onder handen genomen met Marie-Louise Stheins als koningin Phaedra. “Een sterk doorgevoerde stilering” had ik in NRC gelezen. Maar ik wist geen raad met wat ze had gemaakt, het was zo anders dan ik wat ik kende.
Hedda Gabler
In 2008 zien we elkaar weer. Çigdem Teke is er ook, net als Susanne geboren in Duitsland. Voortdurend de zaal inkijkend zegt Çigdem verveeld haar tekst als een Hedda die terugkijkt op haar leven. Want ze schiet zich niet pas aan het eind een kogel door haar kop, zoals Ibsens Hedda dat vanaf 1890 altijd deed, maar meteen aan het begin.
Ik zoek naar het soort interactie tussen acteurs dat ik gewend ben bij andere regisseurs. Tevergeefs. Ik realiseer me dat als ik door wil met Susanne ik anders zal moeten leren kijken, meer naar beeldtaal. En me ook moet leren verhouden tot de geluiden.
The New Electric Ballroom
Terwijl het nog de vraag is of mijn liefde voor haar kans van slagen heeft, komt Susanne in 2009 aanzetten met twee zussen die elke dag naspelen hoe ze als tieners op een avond hevig verlangden naar rockzanger Roller Royle. Hun jongere zus Ada en de visser Patsy houden ze daarbij gevangen in die avond veertig jaar geleden waarop ze, oude vrijsters nu, bijna seks hadden.
Çigdem Teke, Juul Vrijdag en Nettie Blanken kijken voortdurend laconiek de zaal in. Op een sokkel bij de achterwand staat Jochum ten Haaf als de gegijzelde visser zich avond na avond zonder tekst te verbijten. En waarschijnlijk Susanne Kennedy te vervloeken.
Nu ik weet hoe ik naar haar moet kijken, schrijf ik Susanne, twee jaar nadat ik haar hebben leren kennen: “Wat mooi, de beeldtaal in dat droeve maar prachtige decor waarin je de handelingen in dit stuk van Enda Walsh steeds vanuit een soort tableaus vivants laat ontstaan. De muzikaliteit waarmee je de sprekende stemmen op elkaar hebt afgestemd.”
Over Dieren
Het is 2010 en we gaan het over seks hebben. Elfride Jelineks Over Dieren gaat over de vrouw als object, de vrouw als gebruiksvoorwerp. Het eerste deel, een monoloog van een afgewezen vrouw, en het tweede, dat expliciet gaat over sekswerkers en hun gebruikers, heeft Susanne met elkaar verweven.
Zes acteurs kijken, onder leiding van de kampioen op dat gebied Çigdem Teke, voortdurend indringend terug, de zaal in. Daarmee lijkt Susanne ook mij als toeschouwer tot object te willen maken. Dat voelt af en toe heel ongemakkelijk.
Ik schrijf haar nu: “Je laat acteurs elkaars woorden herhalen, met een net iets andere manier van spreken, zodat door die verschillen het hypnotiserende en beklemmende effect wordt versterkt. Je laat de acteurs ook in ogenschijnlijk synchroon gechoreografeerde scènes nooit volledig op dezelfde manier bewegen, zodat ook die kleine verschillen extra betekenisnuances toevoegen.“
Emilia Galotti
Het is nog steeds 2010, we gaan het over kuisheid hebben. ‘Het doet er voor jou geloof ik niet toe waar het over gaat’, moppert Carel, die met me mee is gegaan naar wat Susanne heeft gedaan met het drama van Gotthold Lessing uit 1772. Hij heeft wel een beetje gelijk, in wezen maakt het me niet zoveel uit, want inmiddels beleef ik de schoonheid van wat Susanne doet niet meer zozeer vanwege de inhoud.
Ik schrijf: “Ik houd van de manier waarop je wat je wil zeggen in de bewegingen van de acteurs laat zien, maar ook in hun houdingen als ze niet bewegen. In hoe die onbeweeglijke lichamen zich tot elkaar verhouden in de ruimte. En dat steeds in composities waarin ook de kleuren die je kiest een rol spelen.”
Het Verjaardagsfeest
Het is 2011, Susanne voegt aan The Birthday Party van Harold Pinter uit 1957 extra meerduidigheid toe door de acteurs hun tekst te laten playbacken en de dialogen via vier centraal opgestelde speakers te laten horen. Daardoor klinken hun woorden als het opgesloten geluid van personages die zelf opgesloten zijn in wat het meest weg heeft van een kijkdoos.
De bittere tranen van Petra von Kant
Het is nog steeds 2011, later dat jaar. Susanne gaat voor het eerst naar de grote zaal, ze laat daar haar visie zien op de film van Rainer Werner Fassbinder uit 1972 over vrouwenliefde, macht en liefdesverdriet.
Van de zes actrices voeren er vijf consequent uit wat inmiddels het handelsmerk van Susanne is: voortdurend terugkijken de zaal in, monotoon bewegen zodat er een choreografie ontstaat met hoe de anderen monotoon bewegen, je tekst volledig emotieloos uitspreken. Eén actrice onttrekt zich daaraan, hoofdrolspeler Els Dottermans.
Ik schrijf: “Soms is bij onenigheid een compromis een goede oplossing, maar in dit geval was het beter geweest als jij had gewonnen.”
Kleine Eyolf
Het is 2012, het jaar voordat er een voorlopig einde komt aan mijn relatie met Susanne. Ze maakt van Ibsens Eyolf uit 1894 een jongen met een handicap, uitgebeeld door een acteur met een verstandelijke beperking. Zijn tekst is door een ander ingesproken.
Ook de andere acteurs playbacken, al dan niet hun eigen stemmen, in een bewust gekozen archaïsche taal en met aangezette dictie. Susanne is afgestapt van haar gewoonte de acteurs voortdurend terug te laten kijken de zaal in, maar verder is haar handschrift niet wezenlijk veranderd.
Ik schrijf: “Ook nu weer zijn herhalingen de basis voor je nauwgezette compositie. Ook nu maak je de acteurs volledig ondergeschikt aan die compositie.”
ANGELA (a strange loop)
In 2013 gaat Susanne Kennedy naar München. Pas tien jaar later zie ik tijdens het HOLLAND FESTIVAL weer een voorstelling van haar, het meesterlijke ANGELA (a strange loop) dat ze samen met Markus Selg maakte. Veel van haar manier van werken zie ik terug, gelukkig. Al voegt Markus Selg er natuurlijk wel zijn bewegende beelden aan toe.
De teksten in “de brieven” die ik tussen 2007 en 2013 aan Susanne schrijf zijn licht bewerkte citaten uit recensies die ik plaatste op Moose, een theaterwebsite die ophield te bestaan in hetzelfde jaar dat Susanne Kennedy naar Duitsland vertrok.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten