●○○○○
LEARNING HOW TO WALK
NTGENT / BENNY CLAESSENS
Door RiRo, gezien 15 november 2016
Als de Nederlandse première van Learning How to Walk begint, zitten er 75 toeschouwers in de grote zaal van de Stadsschouwburg in Amsterdam. Dat is een vreemde ervaring. Zo weinig in zo'n grote zaal. En dat bij een Nederlandse première van een voorstelling van NTGent. Drie kwartier later zijn er van die 75 nog 60 over. De eerste twee uur tot de pauze blijft dat zo.
Maar het overgrote deel van die blijvers komt na de pauze niet terug. De voorstelling duurt vier uur, maar het deel na de pauze wordt door nog maar vijftien toeschouwers gezien. Zeggen toeschouwersaantallen iets over het belang of de kwaliteit van een voorstelling? Kun je zeggen dat een voorstelling niet goed is, alleen maar omdat 80 % van het publiek afhaakt?
Aan het prachtige slot van de laatste scène voor de pauze denk ik nog steeds terug. Dat had, in ieder geval op mij, een enorm kalmerend, een uiterst meditatief effect. Omdat de vloer van het podium van de Amsterdamse schouwburg licht naar voren helt, duurt die slotscène erg lang. En hoewel ik al bijna twee uur zat, en in die twee uur weinig opwindends had gezien, had het wat mij betreft toch nog veel langer mogen duren.
Vijf acteurs zijn aan het slot van Learning How to Touch, de derde scène van Learning How to Walk, de laatste voor de pauze, bezig om met doeken van verschillende kleuren de vloer droog te maken. Omdat de urine van de vijf acteurs door het hellen van het podium naar voren loopt, moeten ze daar, vlak voor het publiek, extra dweilen. Maar ze blijven dat doen met heel rustige bewegingen. De manier waarop de vijf zonder haast te maken bezig zijn met die doeken, die dweilen en die emmers water, is volkomen natuurlijk. Dat er in die scène zo volkomen niet gespeeld wordt, ervaar ik als een verademing na wat er daarvoor te zien was.
In de eerste scène spelen de acteurs onder meer dat ze kinderen zijn die elkaar uitdagen om over een verhoging te springen. Maar volwassenen die spelen dat ze kinderen zijn? In de tweede, Learning How to Talk, kijken ze toe hoe één van hen, Elsie de Brauw, klanken uitstoot. Ik veronderstel op grond van die eerste twee scènes dat de acteurs bewust afstand doen van wat ze aan acteermogelijkheden in huis hebben, en de hele voorstelling gaan proberen te handelen en zo nodig te improviseren alsof ze weer kind zijn. Maar dat zijn ze niet. En dat maakt wat ze op het podium aan het doen zijn niet gespeeld onecht maar echt onecht waardoor het niet werkt.
Toch zou het mooi zijn als ze dat onecht kinderlijke de volle vier uur zouden volhouden. Dan zou Benny Claessens weliswaar een heel ongebruikelijke, en door veel toeschouwers niet gewaardeerde, maar in ieder geval wel heel consequente en consistente voorstelling hebben neergezet.
In de pauze loop ik mee in de flow van mensen die zonder opgewonden gemopper, maar ook zonder enige twijfel of aarzeling, in alle rust naar de garderobe gaan in plaats van naar de bar. Bij een voorstelling vindt er altijd een interactie plaats tussen spelers en publiek. En je in die interactie laten meeslepen, is dat nou juist niet wat toneel zo bijzonder maakt?
Wel jammer dat ik daardoor het deel na de pauze niet heb gezien. En dus niet weet of Lara Barsacq, Benny Claessens, Elsie de Brauw, Lisa Estaras, en Risto Kübar dat onecht kinderlijke nou wel of niet de volle vier uur hebben volgehouden.
Wel jammer dat ik daardoor het deel na de pauze niet heb gezien. En dus niet weet of Lara Barsacq, Benny Claessens, Elsie de Brauw, Lisa Estaras, en Risto Kübar dat onecht kinderlijke nou wel of niet de volle vier uur hebben volgehouden.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent
Geen opmerkingen:
Een reactie posten