●●●○○
GELOOF LIEFDE HOOP
FRASCATI PRODUCTIES / MAREN E. BJORSETH
Door RiRo, gezien 3 mei 2014
Duitsland.
Jaren dertig van de vorige eeuw. Crisis. Hyperinflatie.
Werkloosheid. Elisabeth is een van de vele slachtoffers. Omdat
ze schulden heeft, werkt ze zich in de nesten. Ze begint met een
poging haar lijk op voorhand te verkopen aan het Anatomisch
Instituut. Daarna bemachtigt ze (met enig bedrog) een ventvergunning en
laat ze zich onderhouden door een jonge politieagent. Al die manieren
om uit de problemen te komen, werken niet. Omdat het met Geloof
en Liefde
niet lukt, verliest Elisabeth haar Hoop.
Ze
probeert zich te verdrinken. Dat mislukt in eerste instantie want ze
wordt gered. Maar even later sterft ze toch nog.
Marjolijn
Brouwer (scenografie en kostuumontwerp) koos voor een toneelbeeld met drie keer twee stoelen, een witte koelkast, een kapstok,
drie deuren, een hert, en een duif. En een rooster in de vloer. Bij vier
van de vijf acteurs verwerkte ze in de kleding dezelfde felle kleur
groen. Alleen Keja Kwestro, als Elisabeth, is gekleed in onschuldig
wit. Terwijl ze door die anderen in dat felle groen, welke rol ze dan ook spelen, juist wordt beschouwd als de
schuldige.
Want Kwestro
blijft steeds Elisabeth, terwijl de vier anderen (Nettie Blanken, Bart
Klever, Benjamin Moen, en Tobias Nierop) allemaal meerdere
rollen spelen. Dat doen ze zonder van stem of van houding te veranderen. Met
alleen af en toe een jas aan of uit. Nettie Blanken begint als man
(de hoofdpreparateur van het Anatomisch Instituut) en wordt dan
ineens een vrouw (de echtgenote van de rechter). Bart Klever
verandert op datzelfde ogenblik, zonder verandering van taalgebruik
of lichaamstaal, in een vrouw. Het is toneel, dus zulke
rolwisselingen moeten kunnen. Maar die wel erg plotselinge
overgangen, maken het, zeker in het begin van de voorstelling, niet
altijd even makkelijk om te weten wie wie is.
Een
rooster in de vloer. Een jonge blonde vrouw in een witte rok. Een
opvlieger in de stijl van Marlilyn Monroe ligt op de loer, denk ik
dan. Maar dat gebeurt niet. Een witte koelkast waar nooit iemand iets
uit haalt (of in zet). Je zou er een feeks in kunnen temmen. Dat
gebeurt natuurlijk ook niet (wat er wel gebeurt, komt er wel aardig
dicht bij in de buurt trouwens).
Door de consequent volgehouden licht absurdistische (en enigszins groteske) speelstijl, zonder dat het (god zij dank) ook maar de schijn heeft een parodie te worden, heb ik de
hele voorstelling met een glimlach op mijn gezicht zitten
kijken. Toch mis ik iets. Iets waardoor het voor mij meer is dan een redelijk
tot goed geslaagde voorstelling. Wat ik mis is iets
wat de noodzaak van dit (toch wel wat gedateerde) stuk van Ödön van Horváth voor de crisis van nu zou laten zien bijvoorbeeld.
Regisseur Maren
Bjørseth (1984) is vanaf het volgend seizoen in dienst van
Toneelgroep Amsterdam. In het kader van Ta-2 debuteert ze met Een
bruid in de morgen van
Hugo Claus. In Ta-2 werken Toneelgroep
Amsterdam en Frascati Producties samen bij het begeleiden van jonge
talentvolle regisseurs.
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Frascati Producties
Geen opmerkingen:
Een reactie posten