Recensie: 1991, een palindroomverhaal van 't Barre Land

●●○○○

 

1991, EEN PALINDROOMVERHAAL


'T BARRE LAND 




Door Piet van Kampen, gezien 27 september 2019

De voorstelling 1991, een palindroomverhaal van 't Barre Land is bijna honderd procent verteltheater: een door drie sprekers, elkaar aflossend als in een estafette, voorgedragen essay (een woord dat ze alle drie op z'n Engels uitspreken). In 1991 worden behalve gitaarmuziek en loopbewegingen geen andere theatrale middelen ingezet dan het woord.

Een kwalificerende uitspraak over de voorstelling 1991 is daarom noodgedwongen vooral ook een uitspraak over de inhoud, dat wil zeggen over essays van Dubravka Ugrešić (1949), een schrijfster die schrijfster genoemd wil worden en niet Kroatische schrijfster. Ik noem mezelf toneelrecensent, ik zou me niet moeten wagen aan recensies over essays (door mij uitgesproken op z'n Nederlands, dat wil zeggen op z'n Frans), ik noem mezelf tenslotte niet voor niks geen essayrecensent.

Helaas ontkom ik er bij 1991 dus niet aan om toch een paar kanttekeningen te maken bij de essays van Ugrešić omdat de voorstelling nou eenmaal voornamelijk bestaat uit citaten uit haar essayistiek. We volgen in 1991 hoe Ugrešić's denken zich ontwikkelt tijdens haar studie in Moskou, bij haar bezoek aan Berlijn, op een schrijverscongres in Lissabon. Steeds gaat het bij de gekozen fragmenten direct of indirect over Ugrešić's kritiek op het nationalisme in haar geboorteland dat in 1991 de onafhankelijkheid uitriep.

Ik heb mijn twijfels bij de urgentie daarvan voor de problemen waar we vandaag voor staan. In het Europa van vandaag maken demagogische populistische leiders, maar ook hun opponenten, gebruik van een narratief waarin identiteit vooral met andere stereotyperingen dan etniciteit wordt gemystificeerd. We hebben niet zoveel aan analyses van het vooral op nationalistische sentimenten gebaseerde separatisme in het voormalige Joegoslavië. 


Voor het begrijpen van identiteitsconflicten in het Nederland van nu - autochtonen tegenover allochtonen, 'onze' christelijk gefundeerde cultuur versus de 'achterlijke' islam, de 'hardwerkende' middenklasse tegenover het 'profitariaat' - zijn de door 't Barre Land gekozen essayfragmenten van Dubravka Ugrešić dan ook niet het eerste waaraan ik zou denken.

Nu naar het aspect waarover ik als toneelrecensent wel iets wil opmerken: de theatrale middelen in de voorstelling. Bij 1991 vind ik dat aspect teleurstellend, zelfs voor Discordiaans theater. De enscenering is heel summier. Er staan twee houten stoelen vlak naast elkaar tegen de linkerwand, en iets verder naar achteren tegen diezelfde wand een speelgoedaapje met zijn of haar rug naar de zaal. Op de vloer, slordig op een hoop gegooid, stof van katoenen tenten in vier lichte kleuren.

De drie acteurs - Margijn Bosch, Czeslaw de Wijs en Vincent Van den Berg - hebben nauwelijks dialogen, op een paar kleine uitzonderingen na zijn het opeenvolgende monologen. Behalve de drie acteurs is er een gitarist, Stef van Es, die dan weer op een rood krukje zit, dan weer ernaast staat. Zijn gitaarmuziek voegt niet iets toe, als dat wel zo is, heb ik dat niet begrepen. Als de loopbewegingen van de acteurs betekenis hebben, heb ik ook die niet begrepen. En ik heb geen flauw idee wat ze met dat speelgoedaapje bij de linkerwand willen zeggen.


Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: 't Barre Land

Geen opmerkingen:

Een reactie posten