Recensie: Jeanne d'Arc van het Nationale Toneel / Theu Boermans

●●●○○

 

JEANNE D'ARC

 

het NATIONALE TONEEL / THEU BOERMANS



Door RiRo, gezien 11 februari 2017


Voor wie het even niet helder voor de geest heeft, dit is in het kort het verhaal over de maagd van Orleans zoals het de geschiedenis is ingegaan: De Engelsen maakten in die tijd aanspraken op de Franse troon. Na de slag bij Azincourt in 1415 was een groot deel van Frankrijk in Engelse handen. Ook onderling was het bij de Fransen hommeles. Vooral tussen de Armagnacs, die aan de kant van de koning stonden, en de Bourgondiërs die met de Engelsen heulden.

In 1429 verbeeldt Jeanne d'Arc, een herderin uit Domrémy in de Champagne, zich dat de maagd Maria aan haar verschijnt. De moeder Gods draagt haar op de Franse troonopvolger uit zijn benarde positie te bevrijden. Dat doet ze. Ze verslaat de Engelsen die Orleans belegeren en begeleidt de troonopvolger naar Reims waar hij tot koning wordt gekroond. Als ze daarna de slag bij Parijs verliest, wordt ze door de Bourgondiërs verkocht aan de Engelsen, en eindigt ze op de brandstapel in Rouen.

Friedrich Schiller wijkt in zijn klassieke toneelstuk Die Jungfrau von Orleans uit 1801 op een aantal punten van dat overgeleverde verhaal af. Op de eerste plaats maakt hij van Jeanne een vrouw die niet op een doorgesneden keel meer of minder kijkt. Tenminste, totdat ze in een tweegevecht de Engelse aanvoerder Lionel in de ogen ziet. Want dan krijgt ze het te kwaad met haar gelofte 'Der Männerliebe zu entsagen' en spaart ze het leven van haar opponent.

De brandstapel is een ander punt waarop Schiller afwijkt. In Die Jungfrau von Orleans van Schiller geen knetterend vuur op de markt van Rouen voor Jeanne. Schiller laat haar, en deze keer zonder hulp van boven, haar boeien verbreken en zich nog één keer in een veldslag storten. Haar leger wint. Maar zijzelf raakt dodelijk gewond. En sterft.

Dit is de allereerste regieaanwijzing bij Schiller: 'Eine ländliche Gegend. Vorn zur rechter ein Heiligenbild in einer Kapelle; zur linken eine hohe Eiche.' En wat zien we op het podium van de schouwburg in Den Haag als de voorstelling begint: links een eik en rechts in een nis een Mariabeeld. Daaruit spreekt meteen Boermans' respect voor de klassieke toneelschrijver.

En na de dood van Jeanne is dit Schiller's laatste aanwijzing: 'Auf einen leisen wink des Könings werden alle Fahnen sanft auf sie niedergelassen, das sie ganz davon bedeckt wird.' En inderdaad, op een teken van Vincent Linthorst, die de koning speelt, leggen de andere acteurs vaandels over Sallie Harmsen, die als gestorven Jeanne op de grond ligt. Maar het respect van Boermans voor de tekst en aanwijzingen van Schiller blijkt toch niet honderd procent. Want na dat met vaandels bedekken van het lijk mogen we nog niet gaan klappen. Er komt nog iets. Ik verraad niet wat. Toch een kleine hint? Denk aan goochelen.

Voor wie wil kennismaken met een integrale versie van de klassieker Die Jungfrau von Orleans van Friedrich Schiller, is Jeanne d'Arc van het Nationale Toneel een uitgelezen mogelijkheid. Niet alleen worden op en paar kleine bijrolletjes na alle personages gespeeld, vertaler Tom Klein blijft ook zo dicht mogelijk bij het origineel als maar mogelijk is. Voeg daar nog bij dat regisseur Theu Boermans zich over het algemeen nauwgezet houdt aan de regieaanwijzingen van Schiller, en er is niets wat het genieten van de mooie woorden van de klassieker van Schiller in de weg staat.

Wie daarentegen van Jeanne d'Arc van het Nationale Toneel een geactualiseerde versie van de klassieker Die Jungfrau von Orleans van Friedrich Schiller verwacht, komt bedrogen uit. Want het niet inkorten van de tekst leidt nogal eens tot saaie gesprekken tussen mannen met zwaarden. Ook zul je er tegen moeten kunnen dat acteurs zonder dat ze dat echt goed kunnen die zwaarden ook daadwerkelijk hanteren.

Daar komt nog bij dat Boermans' vaste decorontwerper Bernard Hammer, die er vaak in slaagt om met zijn scenografie de impact van een toneeltekst te vergroten, deze keer het omgekeerde bereikt. De muur van hout waarmee hij de acteurs opzadelt, laat ze geen andere mogelijkheid dan óf naar links óf naar rechts te bewegen. Daarmee haalt Hammer letterlijk de diepte eruit. Kostuumontwerpster Catherine Cuykens past zich daar met de kleuren van de kledij helemaal bij aan. Grijs, grauw, onbestemd rood, het helpt allemaal niet om diepte en sprankeling in de voorstelling te brengen.

Mijn conclusie is tweeledig. Jeanne d'Arc van het Nationale Toneel is een getrouw en integraal gespeelde klassieke toneeltekst, waarin vooral Vincent Linthorst als de koning, Stefan de Walle als graaf Dunois, en Betty Schuurman als koningin Isabeau, uitstekend raad weten met hun rol. Wie daarvoor komt, zal zich wel kunnen vinden in de drie sterren die ik boven deze recensie heb gezet. Voor de toneelbezoeker daarentegen die van regisseurstoneel een eigenzinnige interpretatie verwacht, een interpretatie die het verhaal naar het heden trekt, zal Jeanne d'Arc waarschijnlijk een tegenvaller zijn. Die toneelbezoeker raad ik dan ook aan om een van de drie sterren die hierboven staan weg te denken.
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: het Nationale Toneel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten