Recensie: Volpone van Dood Paard

●●●●○

 

VOLPONE

 

DOOD PAARD



Door RiRo, gezien 29 oktober 2016


Eindelijk is het weer zover! Kuno Bakker (Dood Paard) en Jorn Heijdenrijk (Maatschappij Discordia) hebben, zes jaar na de laatste keer dat ze dat deden, de verkleedkist van zolder gehaald, een kermisachtig toneel in elkaar geknutseld, en een kluchtige tekst uit de archieven opgedoken. De eerste keer dat ze dat deden, in Mannetje met de lange lul, strooiden ze kwistig met teksten van Vaclav Havel en Alexandre Dumas. Twee jaar daarna, in Plenty Coups & Sitting Bull, kwamen ze met indianenverhalen waarvan het ene nog sterker was dan het andere. Het geheim van dit komisch duo? Een perfect gevoel voor timing bij het spelen van kluchten.

Wat hierboven staat is bedrieglijk. Bakker en Heijdenrijk spelen de hoofdrollen, maar Volpone is geen voorstelling van Bakker en Heijdenrijk. En het was Manja Topper die met de tekst uit de archieven kwam. Het satirische Volpone uit 1607 van Shakespeare's tijdgenoot Ben Jonson is een voorstelling van Dood Paard. Aangevuld met de gastspelers Lotte Dunselman en Jorn Heijdenrijk spelen de vaste acteurs daarvan - Kuno Bakker, Gilles Biesheuvel en Manja Topper - Jonson's klucht over bedrog, geld, bezit, en lust, zijn fabel over het vergroten van bezit ten koste van anderen.

Jorn Heijdenrijk schittert als de bedrieglijke Volpone, de Venetiaanse edelman die als er bezoek komt, doet alsof hij doodziek is. Tijdens die bezoeken belooft hij advocaat Voltore (Manja Topper), de oude heer Corbaccio (Lotte Dunselman) en koopman Corvino (Gilles Biesheuvel) dat ze zijn enige erfgenaam zullen worden. Tenminste, als ze bereid zijn daar nu, en wel nu meteen, wat tegenover te stellen.

De bedenker van de listen en trucs om de bedrogenen zover te krijgen is Volpone's assistent Mosca (Kuno Bakker). Die raadt zijn meester ook aan om zich, om te zien hoe mooi de jonge Celia is, te vermommen als de wonderolie verkopende Scoto van Mantua. Dat doet Volpone. Ook in die vermomming is Heijdenrijk meesterlijk. 

De verwikkelingen blijven in dit door Dood Paard zelf vertaalde stuk over elkaar heen tuimelen, en monden uit in een rechtszaak. Waarin natuurlijk eerst ook de rechters worden bedrogen. Maar iedereen tenslotte toch wordt veroordeeld.

De acteurs houden het tempo hoog, en veranderen regelmatig van rol. Vooral in de hilarische slotscène, de rechtszaak, als we als toeschouwer de personages inmiddels goed uit elkaar kunnen houden, gaan die rolwisselingen zo snel dat Lotte Dunselman (de oude heer Corbaccio, zijn zoon Bonario, en de mooie Celia) en Gilles Biesheuvel (de rechter, en de koopman Corvino) af en toe alleen maar even vlug wijzen naar het attribuut dat bij hun andere personage hoort, omdat ze geen tijd hebben dat andere jasje aan te trekken of dat andere hoofddeksel op te zetten.

Kortom: Volpone van Dood Paard is een heel leuke, heel geraffineerde, en heel goed geacteerde klucht. En hoewel alle vijf acteurs laten zien dat ze uitstekend overweg kunnen met dit genre, steken Kuno Bakker en vooral Jorn Heijdenrijk er door hun perfecte timing toch boven uit.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Dood Paard

Recensie: De Warme Winkel speelt De Warme Winkel van De Warme Winkel

●●●●○

 

DE WARME WINKEL SPEELT DE WARME WINKEL 

 

DE WARME WINKEL



Door RiRo, gezien 26 oktober 2016


Lettertype, kleuren, en opmaak van de flyer van de voorstelling De Warme Winkel speelt De Warme Winkel zijn volledig plagiaat. Geen twijfel mogelijk. De woorden 'zeker nu' naast het logo. Plagiaat. Geen discussie over mogelijk. Maar. Het logo linksonder is DWW in plaats van VVD. Daarmee laat de toneelgroep zien dat het hier om een parodie gaat. Het oordeel kan dan ook niet anders zijn dan vrijspraak. 

Op het podium zien we dat het decor een getrouwe kopie is van het decor dat Rolf Borzik ontwierp voor Café Müller van Tanztheater Wuppertal. In de hoek staan zes acteurs. Vincent Rietveld, Mara van Vlijmen en Ward Weemhoff van De Warme Winkel, en de drie stagiaires Kim Karssen, Sofie Porro en Rob Smorenberg. Vooraf hebben we van medewerkers van de schouwburg een disclaimer gekregen (na afloop doen ze dat voor alle zekerheid nog een keer). Daarin met grote rode letters: 'Wel willen zij graag vermeld hebben dat de film aan het begin van de voorstelling niet geheel op waarheid berust (…).' Met die 'zij' wordt de Pina Bausch Foundation bedoeld. 

Na dit niet geheel ware filmpje van een gesprek tijdens een van de laatste repetities over wel of geen toestemming hebben om iets te doen met Café Müller trekken de drie vaste leden van De Warme Winkel zich terug achter op het toneel. Onhoorbaar voor ons spelen ze dat ze met elkaar in discussie zijn. Ook de drie stagiaires gaan met elkaar in discussie. Vooraan op het toneel. Hoorbaar. Dat doen ze op de manier waarop de vaste leden van De Warme Winkel dat in hun eerdere voorstellingen deden. 

Dat gesprek tussen de stagiaires gaat niet over verschillende manieren om de beroemde dansvoorstelling Café Müller uit 1978 te interpreteren. Niet over vragen als: speelt Café Müller zich af in een café? Of in de kantine van een psychiatrische inrichting? De drie stagiaires hebben het over andere zaken. Ze beginnen met het verschil tussen hun toneelopleidingen, maar komen opvallend vaak uit bij voorouderverering, generatieverschillen, eigendom. En vooral bij plagiaat.

Na verloop van tijd zie ik dat de lichaamstaal van Sofie Porro lijkt op die van Vincent Rietveld. En de gebaren van Kim Karssen doen me denken aan de gebaren van Mara van Vlijmen. Maar ook hun woorden! De manier waarop ze discussiëren! Ja duidelijk! De stagiaires, begonnen als zichzelf, zijn op een slinkse manier in de huid van de spelers van De Warme Winkel gekropen! Ze hebben zich hun manier van doen gewoon toegeëigend! Maar wacht even. Die aanzetten tot danspasjes van Sofie Porro? Die hebben toch meer weg van de bewegingen in Café Müller? 

Na die discussie, die ruim een uur heeft geduurd, komt Vincent Rietveld op. In een bruin kostuum, en met zijn haren naar achteren gekamd, stelt hij zich in het Duits voor als Jan Minarek, danser bij Pina Bausch. Ward Weemhoff voegt zich bij hem en stelt zich in het Frans voor als Dominique Mercy. Wat hierna gebeurt is verbluffend en fascinerend. Maar ook verrassend.

Verbluffend omdat de zes acteurs ongelooflijk goed blijken te dansen. Vooral Sofie Porro, als de hyperactieve vrouw, en Ward Weemhoff, als de passief wankelende schim, zijn meesterlijk. En hoe vaak ik de registratie van Café Müller ook al heb gezien, ook nu weer vind ik de bewegingen tussen al die stoelen fascinerend.

Maar het verrassende is dat De Warme Winkel Café Müller gewoon integraal plagieert. Verzachtende omstandigheden zijn er niet. Geen parodie. Geen ironie. Het oordeel kan dan ook niet anders zijn dan schuldig. 
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: De Warme Winkel

Recensie: De Gouden Draak van De Roovers

●●●●○

 

DE GOUDEN DRAAK

DE ROOVERS


Door RiRo, gezien 10 oktober 2016


In De Gouden Draak van De Roovers volgen we zo'n twintig personages die in hetzelfde gebouw wonen. Ze worden gespeeld door vijf acteurs: de vier vaste spelers van De Roovers (Robby Cleiren, Sara De Bosschere, Luc Nuyens en Sofie Sente), aangevuld met gastspeler Nico Sturm. Achtenveertig scènes zijn er, sommige daarvan heel kort. Een volgende scène wordt altijd eerst vertellend aangekondigd en meteen daarna gespeeld. Precies zoals Roland Schimmelpfennig, de in meer dan 40 landen gespeelde Duitse toneelschrijver, het voorschrijft.

Op de benedenverdieping, in de keuken van Thais-Chinees-Vietnamees restaurant 'De Gouden Draak', werken vijf Aziaten. De jongste, die de kleine wordt genoemd, wordt gekweld door hevige kiespijn. Naar de tandarts kan hij niet, want hij is illegaal. De scène wordt abrupt afgebroken en pas later weer opgepakt. 

Dat is een vast patroon: abrupt afbreken, gevolgd door het harde geluid van een steen tegen een metalen plaat. Als teken dat we naar een andere verhaallijn switchen. Bijvoorbeeld naar de bejaarde man die met behulp van zijn negentienjarige kleindochter nog één keer jong wil zijn. Of naar de vrouw die haar man verlaat, een aanstaande vader die geen kind blijkt te willen, en een stewardess die zich afvraagt wat ze met de in haar Thaise soep aangetroffen bloederige kies zal doen.

Parallel aan die verhaallijnen, waarbij pas langzamerhand duidelijk wordt wat al die mensen met elkaar te maken hebben, loopt de fabel van de mier en de hongerige krekel. Waar oorspronkelijk bij Aesopus de mier eiste dat de krekel voor hem danste in ruil voor wat eten, verandert dat hier haast ongemerkt in verregaande vormen van seksuele uitbuiting. De mier, macho mannelijk gespeeld door Sara De Bosschere, de krekel op onderdanige vrouwelijke wijze neergezet door Nico Sturm. 

Steeds vertolken de acteurs de vrouwelijke personages, en de actrices de mannelijke. Die verwisseling versterkt het vervreemdende effect van de toch al vervreemdende mozaïekstijl waarin De Gouden Draak is geschreven. Ook de rauwheid, niet alleen in de tekst, ook in spel, kleding en enscenering (ruwe brokkelige zwarte vloer, logge metalen platen) draagt daartoe bij. De bedoeling van dat alles is dat de personages vreemden blijven waar je je als toeschouwer nauwelijks mee kunt identificeren. Waardoor je dus in de ongemakkelijke positie blijft van waarnemer.

De Gouden Draak van De Roovers maakt op een rauwe maar toch poëtische manier de schaduwzijde zichtbaar van het leven in een grote stad. En dan niet alleen het leven aan de onderkant van de samenleving, niet alleen de rechteloosheid van illegalen, de uitbuiting van migranten. Ook de verruwing. Ook de eenzaamheid. Ook het langs elkaar heen leven. De Gouden Draak is daarmee een relevante voorstelling over hoe we in de anonimiteit van de stad slechts fragmentarisch iets weten over mensen die naast of boven ons wonen.  

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: De Roovers

Recensie: Wij van Laura van Dolron

●●●○○

WIJ

LAURA VAN DOLRON



Door RiRo, gezien 6 oktober 2016

Heen en weer lopend voor een stellingkast met niet veel meer dan een Delfts blauw molentje en een kleine geluidsinstallatie (waaruit het begin van Beethovens negende klinkt) begint Laura van Dolron haar monoloog: 'Ik ga proberen te zeggen wie wij zijn'. Dat doet ze vooral omdat in eerste reacties na terroristische aanslagen nogal eens opmerkingen vallen als 'Onze waarden worden aangetast!'.

Maar in het theater een kleine anderhalf uur lang luisteren naar gedachten en ideeën over dat thema, die, in iets andere bewoordingen, ook al eens bij mezelf zijn opgekomen, blijkt soms wel een beetje saai. Het zou me niet verbazen als ik niet de enige ben in de zaal met zulke overwegingen.

Al vrij snel tijdens Van Dolron's monoloog dwaal ik even af, en bedenk ik me dat als ik niet in het theater zou zitten maar met iemand een persoonlijk gesprek zou hebben, ik het helemaal niet zo'n probleem zou vinden als mijn gesprekspartner hardop denkend en zoekend op gedachten en ideeën zou komen waarbij ik steeds instemmend zou willen knikken. Instemmend, omdat ook ik mijn vraagtekens heb bij de manier waarop in de media het begrip 'wij' te pas en te onpas wordt gebruikt. Meestal in combinatie met 'onze waarden'. Waaraan 'ze' zich dienen aan te passen. Maar ik zou in zo'n persoonlijk gesprek de kans hebben om het een beetje spannend te houden. Door met enige regelmaat al dan niet gemeende tegenwerpingen maken.

In de voorstelling ontbreekt die tegenspraak. Eigenlijk zou Van Dolron Wij samen spelen met Steve Aernouts, met wie ze ook in Sartre zegt Sorry samenwerkte. Ze kwam er tijdens de voorbereiding echter achter, zo laat ze weten, dat als ze het alleen speelt, de inhoud het best tot zijn recht komt. Tja. Daarmee snijdt Van Dolron nou net die theatrale mogelijkheden weg om het over het voetlicht brengen van haar gedachten en ideeën meer dynamiek en extra spanning mee te geven.

Gelukkig lukt het Van Dolron in Wij wel beter dan in haar vorige voorstelling Liefhebben om de vinger te leggen op het tijdsgevoel. Vooral omdat ze er nu beter in slaagt afstand te nemen van het persoonlijke. Ze zet het persoonlijke (haar dochtertje, haar geliefde, haar ouders) nu in als adstructie bij het algemene. In plaats van zoals in Liefhebben erin te blijven steken en niet verder te komen dan 'herkenbaarheid'.

Je zou kunnen zeggen dat Van Dolron met Wij, na de tegenslagen waarvan ze in Liefhebben verslag deed, een geslaagde stap zet om haar zoektocht weer los te wrikken uit de anekdotiek. Of zoals ze het zelf verwoordt om weer 'uit het kleine wij (haar dochtertje, haar gezin) in het grote wij te stappen'.
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Laura van Dolron

Recensie: Mevrouw Macbeth van Maatschappij Discordia

●●●○○

 

MEVROUW MACBETH

MAATSCHAPPIJ DISCORDIA



Door RiRo, gezien 4 oktober 2016

'Waarom heeft Lady Macbeth geen voornaam (hij trouwens ook niet)?' 'Is het erg dat vrouwen de touwtjes niet in handen hebben?' Nog met hun rug naar ons toe stellen de drie actrices in Mevrouw Macbeth deze en andere vragen. Vooral aan elkaar. Na die proloog pakken ze wat kledingstukken en nemen ze een rol op zich: Lady Macbeth, Macbeth en Branquo.

'Dan doe ik het paard weg', zegt Maureen Teeuwen onderkoeld. Ze ging ervan uit dat Macbeth te paard uit de oorlog terugkeert. Maar Annette Kouwenhoven corrigeert haar, dat staat nergens in de tekst van Shakespeare, dus hij is te voet. Vaak is dat de taakverdeling: Teeuwen interpreteert in Kouwenhovens ogen te vrij of wijkt net iets teveel af van Shakespeares tekst, Kouwenhoven corrigeert knorrig. De derde actrice, Miranda Prein, houdt zich in die gevallen afzijdig totdat de draad weer kan worden opgepakt.

De rollen in engere zin wisselen. In het begin is Miranda Prein mevrouw Macbeth, Annette Kouwenhoven haar echtgenoot en Maureen Teeuwen Branquo. Maar zoals spelende meisjes dat doen, verandert die rolverdeling na verloop van tijd. 'Nu wil ik dat rokje aan!'

Delen van de oorspronkelijke tekst worden nogal eens plechtig gedeclameerd in een traditioneel klinkende vertaling. Maar dat kan zomaar ineens anders zijn: 'We mollen die Branquo!' Regelmatig ook is een tekstfragment aanleiding tot terzijdes. Of er wordt een zin (zoals deze van Macbeth 'Als ik mijn daad ken, zou het beter zijn mezelf niet meer te kennen') even apart genomen, en van alle kanten geproefd en bekeken.

Nadat Macbeth door Macduff is gedood, en ook mevrouw Macbeth het leven heeft gelaten, kijken de drie actrices terug. Prein: 'Waarom moeten de vrouwen bij Shakespeare eigenlijk altijd sterven? Lady Macbeth, Desdemone, Ophelia. Maar ook Madame Bovary, Anna Karenina, Hedda Gabler?'

Dan komt Jan Joris Lamers (1942), oprichter van Maatschappij Discordia, uit de coulissen en leest het gedicht Theaterimpressies van Wislawa Szymborska voor:
'Voor mij is het belangrijkste bedrijf van de tragedie het zesde: De wederopstanding op de slagvelden van het toneel (…) Opstellen in één rij met de levenden, Met het gezicht naar het publiek. (…) De binnenkomst in ganzenpas van de veel eerder gestorvenen, Al in het derde en vierde bedrijf, en er tussendoor. De wondere terugkeer van hen die spoorloos waren verdwenen. Het idee dat ze achter de coulissen geduldig hebben gewacht, Zonder hun kostuum uit te trekken (…).'

Maatschappij Discordia is opgericht in 1981 en bestaat nu dus 35 jaar. Af en toe pik ik er een van hun voorstellingen uit om te kijken of ze nog steeds onvervalst Discordiaans theater maken. Ja, in Weiblicher Akt 7, Mevrouw Macbeth, doen ze dat. Nog steeds die oncomfortabele harde houten stoelen, deze keer in een soort café-chantant opstelling met alvast de glazen op tafel voor de Bloody Mary (met behoorlijk veel tabasco) die later zal worden geschonken. Stukken zeildoek op de speelvloer. Met daarop een emmer waarmee tijdens de voorstelling niks zal worden gedaan. In plaats van een achterdoek vijf hoge panelen. Met voor drie van die panelen net zo'n oncomfortabele stoel als waar ik op zit. Coulissen. Twee keer klinkt er muziek, ijle vrouwenstemmen, in een taal die ik niet ken.

Mevrouw Macbeth is aangekondigd als een voorstelling vanuit vrouwelijk perspectief, waarin én het plot vanuit Lady Macbeth zal worden bekeken én de lijn zal worden doorgetrokken naar machtige vrouwen van nu als Angela Merkel en Hillary Clinton. Af en toe wordt de vertelling inderdaad heel even naar het nu getrokken, maar Mevrouw Macbeth is toch vooral het omgekeerde, het vanuit het nu kijken naar de tekst van Shakespeare. Het is vooral een luchtig, maar wel erg talig, commentaar op het oorspronkelijke stuk. En hoewel de beloftes dus niet helemaal worden ingelost, levert dat wel een intelligente en speelse voorstelling op.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Maatschappij Discordia