Recensie: Hyllos van Veenfabriek en Asko|Schönberg

●●●○○

 

HYLLOS 

VEENFABRIEK EN ASKO/SCHÖNBERG


Door RiRo, gezien 13 december 2013


Dat Joep van der Geest en Reinout Bussemaker goede acteurs zijn, wist ik. Die heb ik allebei vaker op het podium gezien. Ook in deze door Herman Altena geschreven nieuwe Griekse tragedie is de manier waarop die twee (als Hyllos en Lykos) acteren heel overtuigend. De grote verrassing als acteur is voor mij Bas Maassen, als Menestheus. Niet alleen vanwege zijn perfecte dictie. Maar ook omdat hij in zijn stille spel, met zijn mimiek en oogopslag, heel klein, maar toch heel betekenisvol acteert.
 
Na de dood van Herakles gaat de macht in Trachis over op zijn halfbroer Hyllos. Die is na een bezoek aan het Athene van Theseus gecharmeerd van de nieuwe democratische bestuursvorm daar. Lykos, een van de getrouwen van de overleden Herakles, argumenteert tegen die vernieuwing, wijst op de mogelijk onbedoelde gevolgen ervan. Als het slechte nieuws uit Athene komt dat het nieuwe bestel al weer met geweld is omvergeworpen, lijkt Lykos gelijk te krijgen. Menestheus, de nieuwe heerser van Athene, komt naar Trachis om Hyllos te waarschuwen zich niet met de binnenlandse aangelegenheden van Athene te bemoeien.

In de Oudheid vonden de debatten buiten plaats, op een plein, anno nu gebeurt dat binnen, 'op camera'. Die moderne setting, live in een televisiestudio, van dit nieuwe, maar wel rond 400 v.C. spelende drama, werkt goed. De overeenkomsten tussen toen en nu komen daardoor goed tot hun recht. Ook de duetten tussen muziek en spel, tussen de de instrumentalisten van Asko|Schönberg en de acteurs van de Veenfabriek voegen wat toe, ze geven een extra dimensie aan de voorstelling.

Wat ik minder vind, is de ruimtelijke enscenering. De toeschouwers zitten aan vier kanten van een, ook vierkante, verhoging. Die verhoging dient als televisiestudio. Daar staan en zitten dus de acteurs, en staan de camera's en de beeldschermen. De muzikanten hebben hun plaats buiten dat speelvlak, lager dan de acteurs, op hetzelfde niveau als de toeschouwers. Af en toe bewegen die muzikanten weliswaar met hun instrumenten door de ruimte, maar veel voegt dat muzikaal niet toe vind ik. Terwijl het gebruik van een relatief grote ruimte ondertussen wel meer afstand creëert dan nodig is. In ieder geval meer dan ik prettig vind.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Veenfabriek

Recensie: Bloedbruiloft

●●●○○

 

BLOEDBRUILOFT

TONEELGROEP AMSTERDAM (TA-2) /  FRASCATI PRODUCTIES

Door RiRo, gezien 7 december 2013


Met hooggespannen verwachtingen loop ik de zaal van Frascati binnen. Na de eerste regie van Julie Van den Berghe die ik zag, Salomé (2011), schreef ik in mijn recensie: 'Dit is een regisseur die durft, die vol overtuiging haar handtekening zet'. Een jaar later was ik enorm enthousiast over Een lolita (2012): 'Ja! Dit is zo'n juweeltje dat je maar af en toe tegenkomt!' In Bloedbruiloft werkt Van den Berghe, net als in Salomé en Een lolita, samen met scenograaf André Joosten. Ook dat draagt bij aan mijn verwachtingen, want ik hou erg van de beeldtaal van Joosten.

De acteurs bewegen in de openingsscène als eenheid, als aan elkaar vastgekluisterde kleine gemeenschap op het Andalusische platteland waar passie wordt onderdrukt. In een volgende scène zal die onderdrukte passie openbarsten in de vorm van een vendetta. Het zijn gebeurtenissen uit een stuk van García Lorca uit 1932 die voor mij, als nuchtere Nederlander, niet erg invoelbaar zijn.
 
In die eerste scène, die me doet denken aan recente regies van Luk Perceval, zingen de acteurs, geschminkt alsof ze maskers dragen, af en toe samen Duitse Schlagers. Waarmee ze als het koor in Griekse tragedies commentaar geven op de gebeurtenissen. 
 
De bruiloftsscène daarna is heel anders van sfeer. Het feest speelt zich af in en rond een kubus. Licht, kleur, muziek en beweging vertellen, veel meer dan woorden, het verhaal. Het is een meer suggestieve dan duidende scène. Heel mooi gedaan vind ik. En ook in lijn met wat Van den Berghe en Joosten in Salomé en Een lolita lieten zien.
 
De liefdesscène tussen de bruid en Leonardo, haar vroegere minnaar, is dan juist weer heel talig en heel expliciet. Net als de epiloog door de moeder. (Alleen de minnaar heeft bij García Lorca een naam, de anderen worden aangeduid met bruidegom, meid, enzovoort). 
 
Al met al vind ik Bloedbruiloft meer een interessante dan een goede voorstelling. Interessant omdat Van den Berghe ook nu weer laat zien dat ze een regisseur is die durft, die niet de makkelijke weg kiest, die de uitdaging aangaat. Maar na haar perfecte Een lolita bij NTGent vind ik deze Bloedbruiloft bij TA-2/Frascati toch een wat minder geslaagde voorstelling. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelgroep Amsterdam



Recensie: A Tragedy (simplified)

●●●○○

 

A TRAGEDY (SIMPLIFIED)

 

NAOMIE VELISSARIOU



Door RiRo, gezien 27 november 2013


Ze neemt er de tijd voor. Eerst staat Naomi Velissariou (1984) met een gele pruik op achter een microfoonstandaard (waar nog geen snoer in zit), ze wacht tot haar medespeler en geluidsontwerper Jim Zoet klaar is met het opbouwen van de scène. Tot ze besluit toch maar te beginnen. Zonder microfoon. Op een afstandelijke manier legt ze dan uit wat een tragedie is, hoe die is opgebouwd. En dat zij Elektra is, de dochter van Agamemnon. Vervolgens kalkt ze zwijgend namen en plaatsen op een zwarte zijwand.
 
Ik zie wel dat ze bezig is de stamboom van de Oresteia te verweven met die van haar Vlaams-Griekse familie in Genk, de stad van de kolenmijnen en, na de sluiting daarvan, van de Ford-fabriek. Maar ze licht het pas toe als ze helemaal klaar is met schrijven. En dat neemt behoorlijk wat tijd in beslag.

Net als ik onrustig begin te worden en begin te denken dat er wel heel erg weinig gebeurt, kantelt de voorstelling. Op een tekstueel subtiele manier haalt ze haar uitleg van daarvoor voor een deel weer onderuit. Daarbij spaart ze zichzelf en haar jeugd in Genk niet. En ook het huidige Griekenland wordt van de nodige kritische kanttekeningen voorzien.
 
Steeds expressiever wordt haar spel nu. Ze brengt blauwe schmink aan rond haar ogen, zet vleugels als grote oren op haar hoofd, en gebruikt vijf microfoons tegelijk. Soms schreeuwt ze, dan weer dempt ze haar stem. Dit ziet er echt heel mooi uit. De tekst is nu ook heel sterk, vind ik. En nu, achteraf, blijkt dat de traagheid van de openingsscène wel degelijk functioneel was.

In de laatste scène komt de verstilling. Zittend in een stoel, afgeschminkt, quasi als zichzelf, houdt ze een intieme monoloog over de problematisch relatie met haar zus (een monoloog die in de verte doet denken aan Zus van, de tekst van Lot Vekemans gespeeld door Elsie de Brauw). In deze mooie slotscène laat Velissariou zien dat ze niet alleen het expressieve werk beheerst, maar ook heel goed uit de voeten kan met klein acteren.

Uiteindelijk blijkt deze voorstelling, in een eindregie van Gillis Biesheuvel, toch behoorlijk goed in elkaar te zitten. A Tragedy (simplified) is het eerste wat ik zie van Naomi Velissariou als maakster. Maar dit smaakt naar meer. Ik ga haar werk in de gaten houden.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Frascati Producties

Recensie: Zwarte Woud Forever

●●●●● 

 

ZWARTE WOUD FOREVER

 

DE NWE TIJD / SUZANNE GROTENHUIS



Door RiRo, gezien 26 november 2013

De Nederlandse actrice Suzanne Grotenhuis studeerde af aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen. Dit seizoen speelt ze onder andere in de herneming van Scènes uit een huwelijk van Toneelgroep Amsterdam. In december vorig jaar, nog net voor het einde van de wereld op 21 december 2012, deed ze haar monoloog Zwarte Woud Forever in Turnhout. Nu, een jaar later, tijdens Jonge Harten, is die prachtige locatievoorstelling voor het eerst in Nederland te zien.

Als we, allemaal met een Noorse trui om ons heen geslagen, een plaats hebben gevonden in de koude Groningse kerk, begint Grotenhuis met een beschrijving van wat we zouden zien aan decor als er niet die vervelende stroomstoring zou zijn. Met die beschrijving neemt ze het publiek al meteen volledig voor zich in. Niet in de laatste plaats door haar ontwapende vertelstijl. De global warming en het einde van de wereld zijn daarna weliswaar steeds het vertrekpunt, maar steeds ook komt er een relativering. Waarbij ze met behulp van haar verfijnde mimiek op een subtiele manier humor en ontroering afwisselt.

Fraai hoe Grotenhuis ons er regelmatig aan herinnert hoe koud we het eigenlijk hebben hier in de kerk. En ook dat dan meteen weer relativeert. Bijvoorbeeld door een beschrijving van het leven in Jakoetsk in Siberië. Waar het zo ontzettend koud is dat het van het hoofd rukken van iemands muts al een moordaanslag is. Heel sterk ook is haar verhaal over de aanschaf van 150 biologische kerstbomen bij Patrick. En niet te vergeten de hilarische, en toch ook weer relativerende, belevenissen tijdens haar pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.

Tegen het einde van de voorstelling bespreekt Grotenhuis wat er zoal in een survival kit voor 72 uur zou moeten zitten. Voor als we alleen nog in het Zwarte Woud kunnen overleven omdat Nederland onder water staat. Dan bedenkt ze zich. Ze wil toch maar liever een pakket voor twee voor 36 uur. Uiteindelijk prevaleert dus de liefde. Met haar perfect getimede spel heeft Suzanne Grotenhuis ons in zeventig minuten van het doemdenken weer naar het licht geleid, van de kou naar een hartverwarmende ontknoping.

Zwarte Woud Forever is van het begin tot het eind een even grappige als ontroerende monoloog. En een dramaturgisch ijzersterk opgebouwde voorstelling. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: De Nwe Tijd


Recensie: Badke

●●●●○

KVS, LES BALLETS C DE LA B, EN A.M. QUATTAN FOUNDATION

BADKE

Door RiRo, gezien 23 november 2013


De choreografen Koen Augustijnen en Rosalba Torres Guerrero en de dramaturge Hildegard De Vuyst werkten drie maanden met tien jonge Palestijnse dansers aan deze productie. Eerst een maand in Ramallah, daarna twee maanden in Brussel. Badke is een woordspeling op de traditionele, in Palestina populaire, dabke, gedanst door gasten op bruiloftsfeesten. De tien jonge dansers in Badke hebben hun achtergrond in allerlei verschillende dans- en bewegingsvormen, van hedendaagse dans tot hiphop en circus.

Badke is een voorstelling waar je vooral blij van wordt. Al is het alleen al vanwege de muziek: een live-opname van Nasar Al-Fares en zijn ballroom orkest, weldadig opzwepend en heel aanstekelijk. Af en toe hoor je, als een integraal aspect ervan, de stem van Al-Fares zelf, als een soort rapper. Hij verwelkomt dan bijvoorbeeld nieuwe bruiloftsgasten. Of doet huishoudelijke mededelingen als 'wil de eigenaar van de Mitsubishi Jeep zijn voertuig verplaatsen.'

Je wordt ook blij van Badke omdat de dansers voortdurend met een glimlach op hun gezicht heel energiek in beweging zijn. Waarbij het lijkt alsof ze regelmatig improviseren, terwijl we weten dat er wel degelijk een strakke choreografie is. Steeds beginnen de tien als collectief, in een lijn, zoals gebruikelijk bij de dabke. Maar steeds ook gaat het allerlei kanten op. Zodat je op een gegeven moment zelfs een mannelijke danser een buikdans ziet uitvoeren. In duet met een breakdancer.

Natuurlijk is er niet alleen maar vrolijkheid, de werkelijkheid van Palestina dringt zich af en toe op. Ineens is er geen licht. En geen muziek. Door plotselinge stroomuitval. Verweesd staan de dansers in het donker te wachten tot dat probleem is opgelost. Dan besluit een van hen met zijn handen drummend op een plastic vat zelf maar een ritme in te zetten. Iedereen komt weer in beweging. De glimlach verschijnt weer. Waarna enige tijd later, even plotseling als het uitviel, het licht weer aangaat. En de muziek weer uit de luidsprekers komt.

Tot nu toe is Badke alleen in Europa te zien geweest, nog nooit in Palestina of de Palestijnse Gebieden. De bedoeling is dat dat in het voorjaar van volgend jaar gaat gebeuren.

Ik vind het een voorstelling van hoog niveau. De staande ovatie en het gejuich na afloop waren wat mij betreft volkomen terecht.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: KVS

Recensie: Who run the world

●●○○○  

STEPHANIE LOUWRIER & DARIA BUKVIC

WHO RUN THE WORLD

Door RiRo, gezien 23 november 2013

Stephanie Louwrier (1986) deed de opleiding Theatraal Performer van de Toneelacademie Maastricht en studeerde daar in 2010 af. Meteen daarna had ze succes op de Parade met de solo’s Pauvre Lola en Amazing Grace. Daria Bukvić (1989) studeerde in 2011 af aan de regie-opleiding, ook van de Toneelacademie Maastricht. Nu werken ze voor het eerst samen.

In de solovoorstelling Who run the world, die op het Jonge Harten Theater Festival in Groningen in première is gegaan, onderzoekt Louwrier het beeld dat hedendaagse jonge vrouwen van zichzelf hebben. Ze doet dat vanuit verzet, sterker nog, vanuit haat tegen mannelijke dominantie. Om dat te illustreren laat ze in de foyer al fragmenten zien uit James Bond films. Fragmenten waarin deze held uiterst onzachtzinnig met vrouwen omgaat.

Louwrier begint haar solo in cabareteske stijl. Ze opent haar zinnen met 'weet je …', en richt ze zich nogal eens tot een individuele toeschouwer op de eerste rij. Via een heel fysieke en beeldende act, waarin ze als Miss Europa over het toneel dendert, eindigt ze ingetogen en contemplatief. 's Morgens, onopgemaakt, kijkend in de spiegel van de badkamer, overtuigt ze zich ervan dat ze mag zijn zoals ze is.

In deze solo van iets minder dan een uur zitten nogal wat stijlbreuken in de theatrale middelen die ze inzet. Dat doet ze opzettelijk. Maar het helpt niet echt om er een overtuigende voorstelling van te maken. Dertien mannen schreven mee aan de tekst. Ook dat, zoveel verschillende invloeden, is niet bevorderlijk voor de eenheid. En dan was er ook nog, naast de regie van Daria Bukvić, de coaching door Ko van den Bosch.

Aan de reacties van het publiek is te merken dat Louwrier voor jonge vrouwen herkenbare situaties en gevoelens verbeeldt. Ik ben geen jonge vrouw. Wat ik in de voorstelling mis, is een heldere dramaturgische lijn, en ik heb moeite met de verschillen in theatrale vorm waarin ik geen overkoepelend idee kan ontdekken. Ze heeft ontegenzeggelijk lef, Stephanie Louwrier. Dus daarom ben ik toch wel nieuwsgierig naar haar volgende project.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Jonge Harten

Recensie: Todo el cielo sobre la tierra (El síndrome de Wendy)

●●●●○


ATRA BILIS TEATRO / ANGÉLICA LIDDELL 

TODO EL CIELO SOBRE LA TIERRA (EL SÍNDROME DE WENDY)

 

Door RiRo, gezien 15 november 2013

Theater, performance, live muziek, dans. Documentair, maar ook schaamteloos persoonlijk. In het Spaans, Mandarijn, Noors, Engels en Nederlands. Waarin in het begin van de voorstelling dichtregels van William Wordsworth herhaaldelijk terugkomen: 'splendor in the grass' en 'glory of flowers'. En later, vooral in het derde deel, steeds weer de instrumentale versie van de traditional The House of the Rising Sun te horen is, die vooral bekend werd door de versie van The Animals uit 1964.

Wendy is het personage dat Peter Pan meeneemt naar zijn eiland Neverland. Maar hier in de voorstelling is Wendy op een ander eiland, op Utoya, het eiland waarop in 2011 Anders Breivik 69 jonge mensen doodde. Peter Pan was het kind dat niet volwassen wilde worden, Utoya het eiland waar jongeren, kinderen nog, door de moordzucht van Breivik niet volwassen mochten worden. En Wendy?

Wendy is alleen, eenzaam. In het eerste deel van deze tweeënhalf uur durende voorstelling, het deel dat speelt op en rond het Noorse eiland van de jeugdige liefde, is ze alleen met haar liefde. Was Wendy in het oorspronkelijke verhaal het symbool van onschuld, nu leeft ze zich uit in (solitaire) seks. Want echte liefde is altijd seksueel, stelt ze uitdrukkelijk.

In het tweede deel, in Shanghai, bij het bejaarde paar dat, begeleid door een uit acht musici bestaand ensemble, walsen dansend zijn jeugd probeert vast te houden, is ze behalve alleen ook anoniem. En in het derde ongenadige, misantropische deel, in de monoloog van ruim een uur over vooral haar haat tegen haar moeder, haat tegen moeders in het algemeen, schreeuwt Wendy, schreeuwt Liddell, haar existentiële eenzaamheid uit. En masturbeert in de wc van een warenhuis om weer te kalmeren.

Vooral in dat laatste rauwe deel zoekt Liddell de grenzen op. Een woedende en woeste tirade is het. Over haar jeugd, over haar opvoeding, over de pijn die ze daardoor als volwassene met zich mee moet dragen. Tergend is die monoloog af en toe, omdat Liddell steeds weer de indruk wekt naar een einde toe te werken, maar dat dan niet doet. Maar het is vooral fascinerend. Door de rauwe, felle vorm, en door het denderende maar uitgekiende ritme van zowel haar taal als van haar bewegingen.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Angélica Liddell 

Recensie: Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt

●●●●○

MAGNE VAN DEN BERG / THEATERZAKEN VIA RUDOLPHI
MIJN SLAPPE KOMEDIE VOOR VIER MENSEN, EEN HANDJEVOL PERSONEEL EN EEN TAFEL DIE NIET VRIJKOMT

Door RiRo, gezien 30 mei 2013

Twee keer eerder zag ik een voorstelling met een tekst van Magne van den Berg. Beide keren was ik onder de indruk van de kracht van haar toneeltekst. Vooral Halverwege omgedraaid, drie jaar geleden gespeeld door Het Zuidelijk Toneel, vond ik heel sterk. Voor mij is Magne van den Berg dus de reden om naar Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt te gaan.

Het gaat in deze komedie om het alsnog voltooien van een onafgemaakte relatie. Zoals wel vaker na een scheiding, zijn er ook bij Louise en Ben een paar losse eindjes blijven liggen. Terwijl ze samen met hun nieuwe partners, Don en Ellis, in een restaurant wachten tot er een tafel vrijkomt, laat Louise wat er nog rest aan liefde voor haar ex Ben, én de kans om hem nog een keer pijn te doen, de vrije loop. Eerst nog verdekt maar gaandeweg steeds opener.

De tekst van Magne van den Berg bestaat ook nu weer uit korte zinnetjes die vooral veel suggereren. Om recht te doen aan zo'n suggestieve tekst, moeten de acteurs dus met hun spel hetzelfde doen: vooral veel suggereren. En dat doen ze heel goed. Komedie is niet mijn favoriete theatervorm moet ik bekennen, maar wat Raymonde de Kuyper, René van 't Hof, Leny Breederveld en Aat Ceelen laten zien, met voortdurend een pokerface, met een perfecte timing, is gewoon heel goed toneel.

In een eindregie van Beppie Melissen wordt er door alle vier uitstekend geacteerd, en de beheerste manier waarop De Kuyper haar personage Louise opbouwt, hoe ze haar heel langzaam, heel geleidelijk, laat ontsporen, vind ik van hoog niveau. Ik zal waarschijnlijk nooit een echte fan van komedie worden, maar ik ben wel blij dat ik deze voorstelling heb gezien.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Rudolphi

Recensie: Een Poppenhuis van Maren Bjørseth

●●●●○

EEN POPPENHUIS
MAREN BJORSETH

Door RiRo, gezien 17 mei 2013

Mooi die houten constructie als speelvloer. Muziekdoos en vogelkooi tegelijk. Nora precies in het midden draaiend en kirrend. Inventief hoe de vier hoeken van dat vierkant daarna op allerlei manieren worden gebruikt. Gedurfd ook dat regisseur Maren Bjørseth en scenograaf Marjolijn Brouwer zo'n dwingende vorm kiezen. Om daarmee niet alleen een krachtig beeld te creëren, maar zich ook inhoudelijk vast te leggen in een metafoor. Ik ben er behoorlijk van onder de indruk. Want het levert een prachtige voorstelling op. Waarin ook nog eens overtuigend wordt geacteerd.

Omdat ik het stuk het afgelopen half jaar drie keer zag, is het natuurlijk onvermijdelijk dat ik ga vergelijken. En dan vooral kijk naar hoe de drie regisseurs het aanpakken vanaf het moment dat Nora en haar man voor het eerst, en voor het laatst, een echt gesprek hebben.

Groningen, een maand geleden, Crashtest Ibsen 1- Nora door regisseur Sarah Moeremans. Een van de opvallendste inhoudelijke ingrepen is dat Nora na acht jaar huwelijk niet man en kinderen in de steek laat, zoals ze al sinds 1879 doet, maar dat ze haar man eruit gooit.

Amsterdam, een half jaar geleden, de Nora van Thibaud Delpeut, met Halina Reijn in de hoofdrol. Geen ingrijpende actualiseringen in die voorstelling. Wel wordt er heel goed geacteerd. Heel spannend hoe Nora niet twee keer, zoals in Ibsen's tekst, maar wel zes, zeven keer moet zeggen 'Ga daar even zitten' voordat haar man Torvald het vermoeden begint te krijgen dat de rollen zijn omgedraaid.

En dan nu in Haarlem de met de Ton Lutz Award bekroonde afstudeervoorstelling Een Poppenhuis van Maren Bjørseth. De zin 'Ga daar even zitten' komt er niet in voor. Nora, tot dan toe voortdurend aanwezig op de vierkante speelvloer, verkleedt zich na het feest, stapt uit de kooi, en loopt richting coulissen. Halverwege blijft ze staan. Aan de plotselinge rust in haar tot dan toe groteske mimiek ziet Torvald, en zien wij, dat haar vertrek definitief is.

Opvallend in de versie van Maren Bjørseth is hoe Nora reageert op Torvald's verdediging dat hij heel ver wil gaan, maar natuurlijk niet zover dat hij zijn eer opoffert voor degene van wie hij houdt. Koeltjes antwoordt Nora: 'Dat hebben honderdduizenden mensen gedaan'. Even denk ik dat ik het niet goed heb verstaan. Dat ook deze Nora gewoon 'honderdduizenden vrouwen' zegt, zoals honderden Nora's dat voor haar deden. Maar nee, ze zegt wel degelijk 'mensen' en niet 'vrouwen'. Heel verrassend. 

Een gedurfde vorm en een verrassende ingreep. Van een regisseur die op zo'n manier haar visitekaartje afgeeft, kunnen we nog heel wat mooie dingen verwachten.

Recensie: Garry Davis, de droom van een wereldburger

●●●○○

 

GARRY DAVIS, DE DROOM VAN EEN WERELDBURGER
MARJOLIJN VAN HEEMSTRA / ROTHEATER EN FRASCATI

Door RiRo, gezien 18 mei 2013

Het zaallicht gaat uit, de volgspot aan. Marjolijn van Heemstra doet voor een rood gordijn alsof ze niet weet hoe ze moet kijken, niet weet hoe ze moet staan, niet weet hoe ze moet bewegen. In een glitterpak. Want de Amerikaanse musicalacteur en vredesactivist Garry Davis heeft haar verteld dat er geen verschil is tussen werkelijkheid en theater, dat er alleen theater over theater is.

Garry Davis, de droom van een wereldburger is de derde voorstelling in Van Heemstra's trilogie over verbondenheid met mensen die op dezelfde dag als zij zijn geboren. Wat met haar leeftijdgenoot Satchit uit India in haar tweede voorstelling Mahabharata wel lukte, slaagt met de Libanese Souad nu niet. Souad komt Nederland niet in. Want ze is 'vestigingsgevaarlijk'.

Bij haar zoektocht naar manieren om Souad toch naar Nederland te laten reizen, stuit ze op de 91-jarige Garry Davis. Die zijn Amerikaanse paspoort verscheurde en zichzelf tot wereldburger uitriep. Die op haar vraag hoe ze het probleem met Souad zou kunnen aanpakken, reageert met uitspraken als 'Je moet gewoon weigeren iets anders te zijn dan mens.' Of met wijsheden als 'De eerste keer dat je in opstand kwam. Als kind. Weet je dat nog? Heb je dat? Dát is een mens.'

Tot drie keer toe krijgt Van Heemstra van een deel van het publiek een open doekje. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik denk dat ze zo enthousiast klappen omdat ze het er elke keer weer heel erg mee eens zijn.

Het is het bekende patroon. De leraar, de meester, de goeroe, meestal een man, heeft in zijn jeugd iets gedaan waarvan hij vindt dat het slecht is, komt tot inkeer, ziet het licht, claimt dat hij weet hoe hij de mensheid moet redden, en is bereid anderen, tegen een stevige vergoeding uiteraard, in te wijden in dat inzicht. Een ander, meestal een vrouw, in dit geval Marjolijn van Heemstra, betaalt. Duizend dollar voor twee ochtenden. Aan het eind van de sessies wordt ze ingewijd. Als bewijs krijgt ze een stuk papier. Waarvoor ze natuurlijk extra moet betalen.

Hoewel gebaseerd op de illusie dat mensen overal ter wereld dezelfde kansen hebben, op de ontkenning dat de toevalligheid van waar je bent geboren er toe doet, en hoewel Van Heemstra haar ideaal van verbondenheid niet uitstrekt tot de man met wie ze op Schiphol urenlang in dezelfde ruimte zit, vind ik het een fascinerende voorstelling. Fascinerend hoe Van Heemstra haar droom met eenvoudige middelen tot een theatervoorstelling maakt. Fascinerend hoe ze, met verrassende details en dankzij de sterke opbouw van het verhaal, met haar zoektocht ook een scepticus als ik van het begin tot het eind weet te boeien.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: RoTheater

Recensie: Crashtest Ibsen 1 - Nora

●●●○○

 

CRASHTEST IBSEN 1 - NORA
NOORD NEDERLANDS TONEEL / SARAH MOEREMANS


Door RiRo, gezien 12 april 2013


In de reeks Crashtest Ibsen gaat regisseur Sarah Moeremans stevig in de clinch met vier van Ibsen's klassiekers. Vooral door ze te testen op hun actualiteit. Nora, met het beroemde einde, is de eerste die eraan moet geloven. Toen, in 1879, was het beslissende gesprek tussen Nora en haar man schokkend. En het einde, een echtgenote en moeder die haar man en kinderen verlaat, en niet meer terugkomt, ongehoord. Maar nu? Zou een vrouw nu nog zo handelen?

Rebellie tegen een toneelklassieker. Een enscenering waarin acteurs hun personage ter discussie stellen. Waarin personages hun eigen overwegingen en beslissingen bekritiseren omdat ze die gedateerd vinden. Waarin het slot wordt veranderd. En waarin toch die klassieker bijna integraal wordt gespeeld. Kan dat? Ja, dat blijkt te kunnen. Met haar versie van Nora zet Moeremans een paar stevige vraagtekens bij het idee dat Ibsen's klassieker zonder veranderingen nog altijd actueel is. En maakt ze een Nora die ook voor een jong publiek heel aantrekkelijk is.

Dat jonge publiek verovert ze mede dankzij de frisse tekstbewerking van Joachim Robbrecht. Die laat Nora uitdrukkingen gebruiken als: 'fucking gruwelijk fijn' (tegen haar vriendin Christine) en 'dan geef je me toch niet die 'ik wilde je eigenlijk altijd al neuken' biecht!' (tegen dokter Rank). Die moderne tekst, samen met van die kenmerkende NNT-grappen als rook uit een kinderwagen en een windmachine die sneeuw (het is kerstmis) het publiek injaagt, maakt dat de voorstelling ook heel geschikt is voor bijvoorbeeld Oerol.

Gooit Evelien Bosmans, het jonge acteertalent dat Nora speelt, de deur achter zich dicht? Ja, in eerste instantie wel. Nog voor de laatste dialoog. Maar ze komt terug. Om toch nog 'het enige echte gesprek' met Ko van den Bosch als haar man Torvald te spelen. En dat gesprek krijgt nu bij Moeremans een andere wending, een modernere, dan bij Ibsen. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Noord Nederlands Toneel

Recensie: Paradijs

●●○○○  

PARADIJS
DE WARME WINKEL & DOOD PAARD

Door RiRo, gezien 4 april 2013

Vier acteurs lopen van plantenbak naar plantenbak. Om de beurt wijzen ze een plant aan en vertellen er wat over. Alle vier hebben ze de nodige kennis verzameld over hun eigen projecten, over de planten die ze in de twee maanden voorafgaand aan de voorstelling in dit leegstaande kantoorgebouw hebben opgekweekt. Ze vertellen op een zachte, lieve toon. Want ze willen alle vier vooral hun liefde voor de natuur laten zien.

Na zo'n minuut of twintig verandert dat. Het kweken van planten, van groente, blijkt het anticiperen op als het mis gaat. Als de euro omvalt. Als het systeem in elkaar dondert. Nu, in dit tweede deel, krijgen de vier personages ook verschillende karakters. Manja Topper is de naïeve, die een beetje dommig zegt: 'Iemand die zich voorbereid, is gewoon voorbereid.' Jeroen de Man is de agressieve: 'Failing to prepair, is prepairing to fail!' De vier gaan zich ook voorbereiden op wat er na de ramp moet gebeuren, op de postcatastrofale situatie. Onder meer met gevechtstraining. Want je moet natuurlijk wel van je af kunnen slaan, en bereid zijn te doden, als anderen die geen eigen plantjes hebben gekweekt, honger lijden, en jouw eten komen stelen.

Dan wordt het plotseling weer rustig. Het gaat weer terug naar het zachte, lieve stemgebruik van het begin. Ook nu weer krijgen we informatie over de planten, maar we krijgen ook steeds meer andere weetjes te horen. Vincent Rietveld weet wat over zebra's en termieten. Kuno Bakker wil wat kwijt over de Namibische woestijnkever. En zo gaat het maar door. Steeds gaan die weetjes uiteindelijk over hoe goed 'de natuur' is in 'natuurlijke' oplossingen voor dezelfde problemen waarvoor 'wij' slechte, milieuvervuilende, of dure alternatieven hebben ontwikkeld.

Vooral De Warme Winkel heeft in andere voorstellingen ook altijd al wel tijd genomen voor uitleg. Maar dan was dat om het kader te schetsen voor het eigenlijke verhaal. In Paradijs is er niet zoiets als het eigenlijke verhaal. Die feitjes en die weetjes, dat is het verhaal. Er zijn plantjes. En er zijn weetjes. En aan het eind is er de dood. Maar zelfs dat sterven in geen sterven in schoonheid. Nee, Paradijs is blijven steken bij een interessant uitgangspunt en een aantal aardige ideeën. Het is nooit echt een voorstelling geworden.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Dood Paard

Recensie: Strange Interlude

●●●●○

STRANGE INTERLUDE
NATIONALE TONEEL

Door RiRo, gezien 15 maart 2013

Gordon, een jachtpiloot, komt om in een luchtgevecht. Nina (Ariane Schluter) verliest daarmee haar grote liefde. En hoe reageert ze? Ze gaat zich schuldig voelen omdat ze zich op aanraden van haar vader niet aan hem gaf: ‘Gegeven? Wat heb ik gegeven? Ik ben nog steeds Gordon’s stomme maagd’. Drie mannen zijn er daarna in haar leven. Die drie mannen vertegenwoordigen ieder een ander aspect van de ideale partner: de vaderlijke vriend (Jappe Claes), de minnaar (Mark Rietman), en de echtgenoot (Dries Vanhegen).

Strange Interlude is een meesterlijk stuk van Eugine O'Neil (1888-1953), een klassieker over rouwverwerking tegen de achtergrond van het Amerika van vlak na de Eerste Wereldoorlog, over het zoeken naar zin in het leven, en vooral over de kracht van gevoelens die je wel hebt, maar die je eigenlijk niet onder ogen wilt zien.

Heel bijzonder is het gebruik van terzijdes. Daarin spreken de personages, voor of nadat ze zich tot iemand richten, steeds uit wat ze denken, en vooral wat ze voelen. En wat ze denken of wat ze voelen, blijkt meestal net iets anders te zijn dan wat ze hebben gezegd of op het punt staan te gaan zeggen. Je zou het ook zo kunnen zien: daaruit blijkt dat ze nogal eens wat anders voelen dan ze zouden willen voelen. In Strange Interlude zijn die terzijdes dus absoluut geen geen zwaktebod. Integendeel. De ontregelende kracht van emotionele behoeften die ingaan tegen de eigen overtuigingen, of tegen de geldende moraal, komt in de voorstelling door die terzijdes juist heel mooi tot uiting.

Een bijkomend effect van die terzijdes is dat wij als toeschouwers steeds een voorsprong hebben, steeds al meer weten dan de personages tot wie de woorden gericht zijn. En omdat elk bedrijf ook nog eens met een cliffhanger eindigt, wil je als toeschouwer steeds weten hoe het verder gaat.

Vierenhalf uur duurt het nu bij de herneming, inclusief twee pauzes, iets korter dan tien jaar geleden. In de hoofdrollen staan dezelfde acteurs als toen. Regisseur Johan Doesburg geeft die acteurs de ruimte om te laten zien waar goede acteurs goed in zijn, en waar het stuk om vraagt: snel schakelen en het verschil laten zien tussen wat personages zeggen en denken. Een heerlijke voorstelling, ook dus voor wie vooral naar de schouwburg gaat voor mooi acteerwerk.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Nationale Toneel

Recensie: Speeldrift

●●●○○ 

 

SPEELDRIFT
TONEELSCHUUR PRODUCTIES / CASPER VANDEPUTTE



Door RiRo, gezien 8 maart 2013



Zomer van 2002. Ada, leerlinge in de vierde klas van het Ernst Bloch Gymnasium, is hoogbegaafd. In intellectueel opzicht is ze de meeste leraren de baas. En ze is klein. Zo klein dat ze maar net reikt tot de borst van Smutek, leraar Duits en gymnastiek. Juli Zeh beschrijft de lengte en andere lichamelijke eigenschappen van de personages in haar roman Speeldrift heel nauwkeurig. Een opvallende keus dus om de nogal kleine Mariana Aparicio Torres de rol van Ada te laten spelen. En de behoorlijk lange Stefan de Walle te kiezen voor Smutek. Of is dat toeval?

In de loop van het schooljaar komt er een nieuwe leerling in de klas, Alev, gespeeld door Vincent van der Valk, die zich zo voorstelt: ‘Hobby’s: nadenken, atheïsme, softdrugs. Goede eigenschappen: geen, althans geen menselijke. Slechte eigenschappen: geen, althans geen menselijke.’ Een van de vele verwijzing naar Der Mann ohne Eigenschaften. Met Alev sluit Ada een pact: compassie en sympathie gaan resoluut overboord zodat hun gedrag voor anderen volledig onvoorspelbaar wordt. Het experiment dat de twee vervolgens uitvoeren met zichzelf en met hun slachtoffer Smutek is een fascinerend filosofisch onderzoek naar de moraal van onze tijd.

Regisseur Casper Vandeputte kiest met Speeldrift voor een roman waarin op een indringende en intelligente manier de moraal en de normen van de jaren direct na de terroristische aanslag van 11 september 2001 ter discussie worden gesteld. En daar is moed voor nodig. Inhoudelijk slaagt hij erin de kracht van het boek goed in de zaal over te brengen.

Maar daar gebruikt hij wel een paar theatrale kunstgrepen bij die ik minder geslaagd vind. Tamar van de Dop speelt nogal wat bijfiguren. Letterlijk zoals ze in het boek staat. Als leraar Höfi bijvoorbeeld, waarover Zeh vermeldt 'kromme dwergachtige gestalte die naar de grond kijkt als hij aan het woord is' loopt Van den Dop krom en kijkt ze naar de grond. Waarom? Wat is er mis met iets gewoon overlaten aan de verbeelding van de toeschouwers? Ook niet zo geslaagd vind ik personages die zich voortdurend tot het publiek richten om stukken uit de roman die niet in dialoogvorm staan ‘voor te lezen’. Was dat nou echt nodig? Was radicaler snijden in het verhaal en je beperken tot de hoofdlijn niet een elegantere oplossing geweest?

Desondanks vind ik Speeldrift absoluut de moeite waard. Want die hoofdlijn, het ‘spel’ dat Ada en Alev met Smutek spelen, waarin wat goed is en wat slecht tot het uiterste wordt opgerekt, is overtuigend en strak geregisseerd, en er wordt in de voorstelling goed geacteerd. Een regisseur om in de gaten te houden dus, die Casper Vandeputte.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties

Recensie: De Muurspecht

●●○○○  

DE MUURSPECHT
BELLEVUE LUNCHTHEATER / WILLEM DE VLAM

Door RiRo, gezien 6 maart 2013

Geduldig luistert Jacob naar de herinneringen van zijn dementerende vrouw. Ondertussen ordent hij symbolisch haar gedachten. Omdat ze dat zelf niet meer kan. Haar opengevouwen boeken, waarmee de vloer bezaaid ligt, vouwt hij dicht, dan legt hij ze op een stapel. Langzaam. Beheerst. Totdat hij een nog maar net gemaakte stapel even vlug omver schopt. Heel even laat hij zien dat er onder zijn geduldig luisteren, geduldig helpen, en geduldig zorgen, wel degelijk ook frustratie schuilt.

Het is vanaf het begin duidelijk, en het blijft de hele voorstelling duidelijk, dat de dementerende Emma er later die dag uit zal stappen. Dat om elf uur de dokter zal komen met de spuit. We weten al meteen vanaf het begin dat Emma ervoor kiest om op tijd te zijn, de wilsonbekwaamheid voor te zijn. In het begin van de dementie, nu ze nog kan beslissen. Omdat ze al enige tijd haar boeken niet meer kan lezen, de laatste tijd de gekregen detectives ook niet meer, en omdat ze nu zelfs Nijntje niet meer goed kan volgen. Daarom wil ze dood. Daar verandert niets aan. Ze gaat niet twijfelen. Hij probeert haar niet op andere gedachten te brengen. Contact met de buitenwereld is er niet, hun enige zoon laat niks van zich horen. Ze zijn met z’n tweeën. En met z’n tweeën bereiden ze zich voor op haar dood, straks, over een paar uur.

Wat ontbreekt in De Muurspecht is een dilemma, een conflict. Dat de voorstelling desondanks het volle uur boeit, is te danken aan het acteren van Marcel Hensema. Die laat heel ingetogen de eeuwige liefde van een oude man voor zijn dementerende vrouw zien, met de trage bewegingen die bij de oude dag horen. En omdat schrijver Willem de Vlam ervoor heeft gekozen om geen ‘beren op de weg’ te laten laat komen, geen spanning in het verhaal te creëren, moeten we het daarmee doen.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Opium voor het Volk

Recensie: Honingjagers

●●●●○ 

HONINGJAGERS
WITTENBOLS SCHRIJFT, LIGTHERT REGISSEERT
 

Door RiRo, gezien 2 maart 2013

Een zoon en een dochter komen hun bejaarde vader halen om naar het graf van hun drie maanden geleden overleden moeder te gaan. Ze treffen hem slapend aan op de bank. Het hoofd van de wijkverpleegster op zijn bovenbeen. Zijn arm om haar heengeslagen. De zoon (verontwaardigd): ‘Hoe oud is zo iemand?’ De dochter (geërgerd): ‘Haar rokje zegt twintig maar haar uitgroei zegt veertig.’ In de scène die daaraan vooraf ging, rouwt de vader om de dood van zijn vrouw, tegelijkertijd ontluikt de liefde tussen de oude man (ik ben van ‘37) en de jonge wijkzuster (en jij van ‘73). Dat vind ik niet het sterkste deel.

Maar daarna, vanaf het moment dat de confrontatie met de zoon en de dochter begint, is Honingjagers een hele goede voorstelling. Vooral omdat het zo’n ontzettend goede toneeltekst is, met scherpe observaties over wat er bij een rouwproces tussen mensen gebeurt. Vader en de wijkverpleegster met hun liefde. Zoon en dochter die daarvan schrikken, en hun eigen zorgen niet kunnen verbergen. Zij met haar man die heimwee heeft naar zijn vaderland, hij met een huwelijk waarin het met de voortplanting maar niet wil vlotten. Een af en toe behoorlijk schrijnend verhaal is het. Over liefde in tijden van rouw. Over liefde met een groot leeftijdsverschil. En vooral over hoe je daarmee omgaat als het je vader is die verliefd blijkt te zijn: ‘Dit is niet normaal!’

In haar gastrecensie in NRC Handelsblad heeft drievoudig Theo d’Or winnares Elisabeth Andersen wat kritiek, ze vindt dat het stuk een subtielere regie verdient: ‘Hou het liever klein en beheerst, ingetogen spel wint het altijd’. Is dat zo? Dat niet overdreven maar toch wel wat nadrukkelijke acteren van Michel Sluysmans en Roos Ouwehand (als de verongelijkte zoon en dochter) benadrukt wel op een mooie manier hun irritatie, en daarmee het contrast met de tevredenheid van de twee verliefden. En die lichtelijk cynische toon waarmee Ouwehand de ergernis van de dochter neerzet, zorgt er wel voor dat ik ondanks alle tragiek toch af en toe moet lachen.

Als ik nou de kritiek van Andersen een klein beetje verander. Honingjagers is zo’n ijzersterke toneeltekst dat het vast nog wel eens gespeeld zal worden. En ik ben nu al nieuwsgierig naar wat een andere regisseur er dan mee doet.
   
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Rudolphi

Recensie: Hiroshima mon Amour

●●○○○ 

HIROSHIMA MON AMOUR
JOHANNA TER STEEGE / KARINA KROFT

Door RiRo, gezien 13 februari 2013

Regisseur Karina Kroft bewerkte het filmscenario van Marguerite Duras tot een monoloog voor Johanna ter Steege. Het is veertien jaar na de bom. In Hiroshima heeft een Franse vrouw een liefde van één nacht en één dag met een Japanse architect. Die toevallige ontmoeting triggert bij haar herinneringen aan haar jeugdliefde in het bezette Frankrijk. Herinneringen die ze voor iedereen verborgen hield, en die ze nu, veertien jaar later, eindelijk met iemand deelt.

Het is een goede bewerking van Kroft, vind ik. En er zit voldoende variatie in haar regie, met genoeg rustpunten en veranderingen. Waardoor het me geen moeite kost bij de les te blijven. Maar toch. De handelingen van de actrice, zoals het veelvuldige aan en uitkleden, waardoor het een beetje doet denken aan voorstellingen van ‘t Barre Land, zijn erg beheerst, erg gecontroleerd. En zo praat ze ook, erg gecontroleerd, erg nauwkeurig. Is dat de bedoeling? Of komt het omdat ze zich vanavond niet helemaal op haar gemak voelt?

En als ze zich niet op haar gemak voelt, ligt dan dan aan de zaal? Aan het publiek? Hoe dan ook, het duurt lang voordat het spel van Ter Steege me overtuigt. Ze begint al niet erg sterk door te vroeg te gaan praten, nog voor ze de volledige focus van het publiek heeft. Als ze even later een femme fatale verbeeldt, komt dat zelfs wat verkrampt over. Pas halverwege, als haar personage de herinnering oproept aan wat ze meemaakte bij de bevrijding, lijkt ze warmgedraaid, pas dan lijkt ze echt los te komen. Pas dan ook zit ik niet meer alleen het verhaal te volgen, dan raakt de voorstelling me ook.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Rudolphi



Recensie: Platonov

●●●●● 

PLATONOV
NTGENT / LUK PERCEVAL

Door RiRo, gezien 2 februari 2013

Alle gasten in het landhuis van Anna Petrovna verlangen naar iets groters dan het leven dat ze nu leiden. Drie vrouwen denken dat te kunnen vinden in de liefde van Platonov. Niet alleen zijn echtgenote Sasja en zijn hartsvriendin Anna, maar ook Sofja, zijn jeugdliefde die op het punt staat te trouwen met Sergej. Platonov: ‘Ik ben dorpsleraar.’ Sofja: ‘Dorpsleraar? Maar dat belet u toch niet om een normaal leven te leiden?’ Platonov: ‘Ik begrijp uw vraag niet…’ Sofja: ‘Ik bedoel, dat belet u toch niet om u in te zetten voor … voor een groter ideaal?’

Regisseur Luk Perceval bewerkte het stuk ingrijpend, herschreef het einde, en brengt Tsjechov terug tot de essentie, tot de melancholie, tot het onvervulde verlangen via de liefde een uitweg te vinden uit eenzaamheid, en benadrukt de tragiek als die melancholie de overhand krijgt. Ik vind het een hele goede voorstelling, een fascinerende voorstelling. Niet op de laatste plaats door de intrigerende dialoog tussen spel en muziek.

De acteurs blijven, op Bert Luppes na, nagenoeg stilstaan op hun plaats op het podium. Ze kijken voortdurend de zaal in. Niet zoals bij Suzanne Kennedy naar het publiek, maar er net overheen. Ze praten ieder op hun eigen manier, met woorden maar ook met lichaamstaal. Alleen Bert Luppes, als Platonov, verplaatst zich, zwerft om de anderen heen, zoekt steeds een ander op. Van die anderen lijken Steven Van Watermeulen en Lien Wildemeersch het meest op hun gemak bij deze aanpak. Die twee blinken uit, ook door de perfecte manier waarop ze steeds weer hun timing afstemmen op de muzikale improvisaties van Jens Thomas.

Want de improvisaties van de pianist – die de toetsen aanslaat, die zich vooroverbuigt om de snaren van de vleugel te bespelen, die met z’n knokkels op het hout slaat, die met zijn stem geluiden maakt, die hoog zingt, die laag zingt – die leggen steeds de basis. Jens Thomas bepaalt steeds het tempo, het ritme, en de kleur van deze meesterlijke voorstelling.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent


Recensie: Africa

●●●○○ 

AFRICA
NTGENT

Door RiRo, gezien 1 februari 2013
 
Oscar Van Rompay verandert langzaam in een zwarte man. Hij verft zijn lichaam zwart en gaat bewegen en praten als een Keniaan. Dat naakte glanzende zwarte lijf, de lichamelijkheid, de zintuiglijke taal van Peter Verhelst, de krachtige beelden van het decor, dat alles roept een magische sfeer van zwart Afrika op. Via een voice-over horen we fragmenten uit eerdere westerse fantasieën over het zwarte continent, zoals Heart of Darkness, die een mythische sfeer oproepen: ‘De ziekte van de tropen, het verlangen naar het zwarte hart van Afrika te gaan, naar een plek die je nooit zult vinden.’

Van Rompay (1983), acteur bij NTGent, is verliefd op Kenia en op de Kenianen sinds hij er op z’n zeventiende voor het eerst kwam. Hij kocht een stuk grond in het dorpje Migori, startte een plantage, plantte bomen, en is daar nu elk jaar drie maanden om zijn bedrijf te leiden. De voorstelling Africa met tekst en regie van Peter Verhelst is vooral Van Rompay’s verhaal. Het verhaal van iemand die zijn leven in twee verschillende werelden zo verwoordt: ‘De ideale vrouw heeft voor mij het lichaam van een Keniaanse en de gesprekken van een blanke’. En die na het visuele eerste deel de zwarte naaktheid van zich af spoelt, een blote blanke man wordt, en daarom zijn kleren weer aantrekt.

Nu staat hij voor het decor, het zaallicht aan, en speelt zichzelf: ‘Ik ben Oscar Van Rompay (…).’ Het is het relaas van iemand die houdt van het leven in Kenia, van het lichamelijke, van het natuurlijke, maar die zich ook boos maakt over een land dat ‘te snel groeit, dat te onethisch, te destructief en te oncontroleerbaar is’. En die beseft dat hij nooit een zwarte zal worden, dat het hem nooit zal lukken om echt bij dat zwarte hart van Afrika te komen: ‘Veel te veel mensen (dansen) veel te dicht op elkaar (…) nooit eerder heb ik zo iets rauws gezien, nooit eerder zoiets openlijk seksueels. (…) Op een dag zie ik mezelf op een ander feestje. Ik dans de ziel uit mijn lijf. Ik zie mezelf in een spiegel. Ik zie een blanke.’

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent


Recensie: Klad

●●○○○ 

KLAD
'T BARRE LAND
 

Door RiRo, gezien 26 januari 2013

‘Pas op voor deze stokoude roos, hij moet nog één keer mee!’, vraagt Margijn Bosch geërgerd aan Martijn Nieuwerf die haar, wat onvast ter been en met een wodkafles in zijn hand, in de weg loopt. Behoedzaam gaat ze met de metershoge stokroos door het huis zonder muren. Bedoelt ze dat het na die éne keer afgelopen zal zijn? De agenda op de website van ‘t Barre Land vermeldt alleen nog: donderdag 21 februari 2013 Klad, Rotterdam. Maak ik vanavond de voorlaatste speeldag van deze groep mee?

Maar dan zijn die bespiegelingen van Vincent van den Berg – terwijl ze allemaal op de grond zitten om hun wandelschoenen aan te trekken – eigenlijk een grafrede. Dan ziet hij het echt niet meer zitten, en dan heeft hij met zijn beschrijvingen van de depressieve gevoelens van de anderen hun werkelijke gevoelens weergegeven. Zou dat zo zijn? Zou de reactie van Margijn Bosch op die bespiegelingen eigenlijk over tegenstrijdige gevoelens over het al dan niet doorgaan van de groep gaan: “Waarom zeg je dat over mij Vincent, waarom zeg je ‘Jij wilt gewoon dood!’?”

Klad is een fragmentarische voorstelling, geïnspireerd door de Sudelbücher van Georg Christoph Lichtenberg. De half afgemaakte bespiegelingen, de improvisaties, de jazzy muziek, de slapstickacts waar niemand om lacht, het leggen en afbreken van een vloer, het opbouwen en afbreken van een huis, het ongezonde hoestje van Anouk Driessen, het zoeken naar het verloren woord door Czeslaw de Wijs, de scène uit Tsjechovs Ivanov; het lukt me niet om daar ook maar enigszins vrolijk van te worden. Integendeel. Met een toenemend gevoel van melancholie drink ik de door Vincent van den Berg aangereikte witte wijn.

Voordat Czeslaw de Wijs met een laatste druk op de knop het laatste donker laat neerdalen, verzucht Martijn Nieuwerf in zijn groene t-shirt met daarop de tekst The END: ‘Laten we maar een café beginnen’. Ik ga naar huis. Een beetje weemoedig. Maar ook met goede herinneringen aan voorstellingen van ‘t Barre Land. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: 't Barre Land

 

Recensie: Drie Zusters

●●●●○ 

DRIE ZUSTERS
NATIONALE TONEEL

Door RiRo, gezien 27 januari 2013

Twee weken geleden verrasten acteurs van Toneelgroep Amsterdam het publiek van Drie Zusters door uitbundig verkleed de voorstelling van hun Haagse collega’s binnen te lopen. Om aan het carnavalsfeest mee te doen. Vanavond in Drachten is er ook een verrassing. Een heel ander soort verrassing, een extra dialoog in het eerste bedrijf.

Want al in dat eerste bedrijf klinkt er een knal, terwijl het duel tussen Soljony en Toezenbach pas veel later zal zijn, pas na de pauze. Wat Versjinin meteen na die veel te vroege knal zegt, komt heel natuurlijk over, alsof de woorden gewoon in de tekst staan. Mark Rietman blijft kijken in de richting van de andere verjaardagsgasten en verandert ook niet van toon. Heel rustig, maar wel enigszins bezorgd, vraagt hij: ‘Viel er nou een schót?’ Het nuchtere antwoord komt van Soljony (Tibor Lukács): ‘Ik denk een lamp.’

Twee maanden na de première, nog maar een paar voorstellingen te gaan. Wat moet ik er nog over zeggen? Alles lijkt er al over gezegd. Toch is er nog iets. Ik erger me naarmate de voorstelling vordert namelijk steeds meer aan Natasja, aan de vrouw van Andrej. Ben ik de enige? Ligt dat aan mij? Voor de actrices die de drie zussen spelen ben ik alleen maar lof tegengekomen in de eerdere recensies. Ook Mark Rietman, Hans Croiset, en Antoinette Jelgersma krijgen her en der nogal wat complimenten. Maar niemand heeft het over Anne Lamsvelt.

In die positieve waarderingen voor de anderen kan ik me goed vinden. Vooral de manier waarop Anniek Pheifer (als Masja) en Hans Croiset (als de oude dokter) tot de uiterste grens gaan zonder dat het echt karikaturaal wordt, vind ik heel mooi. Maar als ik me zo erger aan dat burgermeisje met die steeds truttiger kapsels, dan ligt dat toch niet alleen aan mij. Dan komt dat toch ook omdat Anne Lamsvelt dat personage zo goed speelt.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Nationale Toneel