Recensie: Gevechten en metamorfosen van een vrouw van ITA-Ensemble / Ivo Van Hove

●●●○○

 

GEVECHTEN EN METAMORFOSEN VAN EEN VROUW


ITA-ENSEMBLE / IVO VAN HOVE

 

Door Piet van Kampen, gezien 14 september 2021
  

In zijn eerste roman, En finir avec Eddy Bellegueule (2014), vertelt Édouard Louis (1992) over zijn traumatische jeugd in een gezin uit de onderklasse. Een gezin met een alcoholische vader die op zijn zestiende in de fabriek ging werken, en die net als alle andere mannen in dat milieu drinkt en vecht. En met een moeder die al op haar zeventiende zwanger raakte. En dus huisvrouw werd. En ongelukkig.

Qui a tué mon père uit 2018 (door Ivo Van Hove als Wie heeft mijn vader vermoord voor toneel bewerkt) is een hommage van Édouard Louis aan zijn vader, maar vooral een aanklacht tegen het systeem dat zijn vader (en diens vader) heeft gemaakt tot wat hij is geworden.

In Combats et métamorphoses d'une femme (2021) zijn vierde roman, en de derde over het gezin waarin hij opgroeide, beschrijft Édouard Louis hoe zijn moeder uit het mistroostige leven in het Noord-Franse dorpje Hallencourt weet te ontsnappen. In de bewerking en vertaling van Ivo Van Hove heet de voorstelling die op deze roman is gebaseerd Gevechten en metamorfosen van een vrouw.*

In een voor scenograaf Versweyveld ongebruikelijk realistisch decor met een morsige keuken, de geur van frituurvet, en een slonzig geklede Marieke Heebink (als de moeder), brengen regisseur Ivo Van Hove en Jan Versweyveld ons terug in de tijd. Naar hoe een moeder van vijf kinderen boodschappen doet, eten kookt, afwast, het huis schoonmaakt, weer kookt en weer afwast. En ongelukkig is met haar alcoholisch man en haar zuipende oudste zoon die zijn vrouw slaat, zoals veel jonge mannen in dat godvergeten dorp.

In het laatste deel van de voorstelling springen Van Hove en Versweyveld vooruit in de tijd. Een smetteloos wit gedekte tafel verbeeldt het chique restaurant in Parijs waarnaar haar inmiddels succesvolle zoon Édouard (gespeeld door Majd Mardo) zijn moeder jaren later heeft meegenomen, als ze na haar metamorfose bevrijd lijkt te zijn.

In Gevechten en metamorfosen van een vrouw is de liefdevolle reflecterende monoloog van een zoon over zijn moeder (in het boek waarop de voorstelling is gebaseerd) veranderd in een samenspraak tussen zoon en moeder. In die quasi-dialoog wordt het terugblikken van de zoon, waar dat maar enigszins kan, door Van Hove opgeblazen tot schreeuwend en tierend gespeelde ruzies.

Voegt dat iets toe? Heeft de tekst van Édouard Louis dat nodig? Ik denk het niet. Integendeel, ik denk dat daarmee de impliciet maatschappijkritische kracht van de roman tekort wordt gedaan.

Marieke Heebink en Majd Mardo, als de moeder en de zoon, doen wat ze van hun regisseur moeten doen, en ze doen het goed. Maar door te kiezen voor een lelijk realistisch in plaats van een gestileerd decor en voor onnodige stemverheffingen, levert Van Hove met Gevechten en metamorfosen van een vrouw niet bepaald zijn beste regie af.

De voorstelling wordt beloond met een daverend applaus. Op de recensent van de Theaterkrant na, die demonstratief blijft zitten, staat iedereen op voor een staande ovatie. Maar voor wie doen ze dat? Voor de acteurs? Voor de regisseur?

Ik hoop voor Édouard Louis. Want omdat Louis, net als in zijn eerdere werk, ook in Combats et métamorphoses d'une femme via het kleine (huiselijke) drama het grote maatschappelijke onrecht laat zien, is Gevechten en metamorfosen van een vrouw toch een redelijk boeiende voorstelling.

* Ivo Van Hove vertaalde en bewerkte de roman al vóór de Franse publicatie, dus ook voordat de Nederlandse vertaling ervan op de markt kwam. In de inmiddels door De Bezige Bij uitgegeven vertaling (van Reintje Ghoos en Jan Pieter van de Sterre) heet de roman Strijd en metamorfose van een vrouw.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Internationaal Theater Amsterdam

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten