Recensie: Buut, De naderende dood! van Frascati Producties/Toneelgroep Oostpool Jan Hulst & Kasper Tarenskeen

●●●○○

 

BUUT, DE NADERENDE DOOD!

 

FRASCATI PRODUCTIES / TONEELGROEP OOSTPOOL JAN HULST & KASPER TARENSKEEN



Door RiRo, gezien 26 januari 2017


Het duo Jan Hulst (1987) en Kasper Tarenskeen (1988) maakte eerder al The Woods, De Rekening, en In de Staat van Geluk, alle drie in 2015, en Scheepshoreca in 2016. Daarna, in samenwerking met Toneelgroep Oostpool, de locatievoorstelling De Ilias die in juni 2016 op Oerol te zien was. Al die voorstellingen heb ik niet gezien. Voor mij is Buut, De naderende dood!, de voorstelling die ik vanavond zie, de eerste kennismaking met hun werk.

Buut, De naderende dood! begint met de dood. Een vrouw op een barkruk, met haar rug naar de bar (Nadia Babke), richt zich tot ons. Ze betreurt twee dode vrienden. Omgekomen bij een aanslag in de Negen Straatjes.

Op de rand van een onopgemaakte bed zitten Ramses (Tim Linde) en Yara (Emma Pelckmans). Ramses ziet geel, en zelf vindt hij dat hij stinkt. Sinds die vegetarische curry een jaar geleden in een vliegtuig. Zijn vriendin ruikt niks.

Het is vooral Ramses die op de rand van het bed aan het woord is. Wat hij zegt, heeft steeds absurdistische kantjes. Denken dat het nog steeds te ruiken is dat je een jaar geleden curry hebt gegeten? Vertellen dat je vriendin een sjamaan is die de werking van de wereld leest, maar ook modellenbureau Cocktown Models runt? Dat is op zijn minst een beetje bizar. Toch wordt er in de zaal niet of nauwelijks gelachen. 

Dat blijft de hele voorstelling zo: bij wat op het eerste gezicht raar of grappig is, lacht bijna niemand, omdat er onder dat absurdisme steeds een fatalistische ondertoon zit.

In een andere scène bijvoorbeeld hebben de twee vrienden Ramses en Kirk (Thomas Höppener) een meningsverschil. De laatste opmerking van Kirk voordat hij naar Frankrijk vertrekt om een utopie te stichten: 'Ik kan niet én jou én het leed van de wereld verdragen.' Niemand lacht. Of dit: Jaime, de barman van een pop-up café, die trompet studeerde aan het conservatorium van Amsterdam (Chris Peters), reïncarneert als kip. We weten in de zaal inmiddels al dat we dieper moeten kijken en lachen dus ook nu niet. 

In het decor zijn de verschillende locaties voor de verschillende verhaallijnen van de voorstelling naast elkaar opgebouwd. Helemaal links de studio van het modellenbureau, dan een deel van een vliegtuig, een appartement in Jeruzalem, een bar met twee barkrukken, en helemaal rechts een slaapkamer.

Naast de naderende dood en andere fataal aflopende gebeurtenissen is ook de deconstructie van een relatie (en van een vriendschap) een rode draad in de voorstelling. De scenografie is realistisch, het spel van de acteurs steeds net iets over-the-top. Dat laatste, het over-the top en licht absurdistische acteren, relativeert het overdreven realisme van de decors. Het taalgebruik is opvallend eigentijds. Het is bewust de taal van nu. Vaak is iets vet of chill. En er zijn zinnen als 'Blowen is zo pijpen eenzaam!'.

De kracht van Buut, De naderende dood! is wat mij betreft toch vooral de ingenieuze manier waarop het in elkaar zit. Hulst en Tarenskeen (tekst en regie) nemen het publiek op een slimme manier mee van het ene neventhema naar het andere. Zonder dat de hoofdthema's uit zicht raken.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar:Toneelgroep Oostpool

Geen opmerkingen:

Een reactie posten